strictly cars with character

Opel Insignia GSi: bliksemsnel

25 december 2020

Opel leidde lange tijd een vrij stationair bestaan, maar is onder de vleugels van de Franse PSA-groep op de weg terug. Het merk heeft grootse plannen, verdient  weer geld én het typeplaatje GSi is in ere hersteld, te beginnen op de vernieuwde Insignia. Gaat deze de geest van de jaren negentig opnieuw vangen?

De letters GSi stónden ergens voor, eind vorige eeuw. Ze vormden het Opel-equivalent van Volkswagen’s GTI. Als je zo'n GSi-badge achterop een Opel zag wist je dat het om iets bijzonders ging. Zo had de Astra GSi een dakspoiler en heuse skirts, extra logo’s en in de motorkap twee luchtsleuven voor extra beademing. Met zijn 150 pk was het een snelle auto en dat straalde hij ook uit. Fout, maar wel lekker. De Opel Vectra daarentegen - de voorganger van de Insignia - was in de jaren negentig gewoner dan gewoon. En toch werden er tienduizenden van verkocht. Spectaculair, zeker als je dat aantal vergelijkt met de zeshonderd Insignia’s die er tot nu toe dit jaar werden weggezet. En dat heeft alles te maken met de opkomst van de SUV en allerhande al dan niet hybride crossovers, die ervoor zorgden dat de heerschappij van de klassieke zakensedan compleet over is - althans zolang er geen BMW, Mercedes - Benz of Audi achterop staat.

Bodykit

Jammer, want de nieuwe Insignia ziet er prima uit. Als stationwagon doet ‘ie even denken aan de Volvo V90 en BMW 5 Touring, wat we als compliment bedoelen. De eerste Insignia kwam in 2008 op de markt, het huidige model verscheen in 2017. Deze auto is daar de facelift van. De wijzigingen zijn overigens ingetekend met een fineliner: het gaat om scherper gesneden koplampen - nu met 84 in plaats van 16 led’s, een sierstrip in de bredere grille en andere uitlaatsierstukken aan de achterzijde.

Bij de GSi worden de op zichzelf al slanke vormen aangevuld door een summiere bodykit en hier en daar een streep chroom. Achterop is een subtiele spoiler gemonteerd en de koelsleuven zijn vergroot. Een actieve, afsluitbare grille verlaagt de luchtweerstand als er geen optimale koeling nodig is. Wil je opvallen, koop ‘m dan in het rood. In elke andere kleur ben je juist heel ‘stealth’ onderweg in de 230 pk sterke tweeliter turboversie, die als aanjager van de reeks dient. De aandrijflijn wordt gecombineerd met een handgeschakelde zesbak ofeen negentraps automaat.

Volker Stryek

Verder staat de GSi op een iets verlaagd onderstel en is vierwielaandrijving standaard. In tegenstelling tot andere 4x4- varianten van Opel’s topmodel is de Gsi voorzien van torque vectoring, dat het koppel naar alle vier de wielen kan sturen, om zo het bochtengedrag te beïnvloeden. Het geheel wordt aangestuurd door het FlexRide-chassis en de Sachs dempers, die strakker zijn afgesteld dan bij de mindere goden van de familie. FlexRide past ook de respons van het gaspedaal en de schakelmomenten van de automatische transmissie aan. De bestuurder kan kiezen uit vier rijmodi: Standard, Tour, Sport en – exclusief voor de Insignia GSi - Competition. Met dubbelklikken op de ESP-schakelaar kunnen geoefende bestuurders de gebruikelijke assistentiesystemen uitschakelen.

De ontwikkeling van het rijgedrag en chassis werd overgelaten aan Volker Strycek, ex-DTM coureur en sinds decennia in dienst bij Opel. Voor de fijnafstemming reisde hij frequent naar de Nürburgring - en dat is te merken. Door de fors aangezette stabilisatorstangen heeft de auto bijna geen onderstuur en met een flinke stamp op het gaspedaal kun je zelfs even driften met de GSi, die een verrassend goede gewichtsverdeling heeft. Het onderstel is vermakelijk, speels zelfs, en je voelt goed wat er onder je gebeurt.

Weifelend

Toch overheerst tijdens het rijden het gevoel onderweg te zijn in een goedmoedige, comfortabele metgezel. De vering is soepel, de besturing is licht maar biedt voldoende gevoel en lijkt alleen wat vaag rond de middenstand. Helaas klinkt de viercilinder motor niet erg sportief. Ook komt de versnellingsbak soms wat weifelend over, alsof ‘ie even niet weet welke van de negen versnellingen hij moet kiezen. Handmatig schakelen met de knoppen achter het stuur maakt het iets beter, maar de knopjes zijn klein en de tactiele beleving is niet erg dynamisch te noemen.

Het zou kunnen dat de topversie met handbak voor een ander beeld zorgt, we hopen het ook echt, want met een automaat ontbreekt het ware GSi-gevoel. Dat is jammer, want zo verwatert de kracht van de drie letters. En het had zo mooi kunnen zijn, want z’n voormalige medestrijders in de subtop -we noemen een Mondeo ST 220, Passat VR6 en Mazda 6 MPS - zijn allemaal verdwenen. Opel heeft het rijk hier nu bijna alleen.

Hardcore

De meest sportieve Insignia is een heerlijke zakensedan, maar geen scherpgesneden paradepaard. Dat blijkt ook uit het feit dat de GSi-motor is voorzien van cilinderuitschakeling om het verbruik te reduceren. Prachtig, maar dan weet je óók waar de focus lag bij deze auto en dat was niet bij het creëren van een vermomde racer die je het stuur bij volgas uit handen trekt. Daarvoor kun je later misschien bij huistuner Irmscher terecht. Tot die tijd blijven wij met enige weemoed terugdenken aan de GSi’s uit de jaren negentig.

Door: Erik Kouwenhoven

Nu in de kiosk

Dit artikel is afkomstig uit CARROS #8. Ren, vlieg of race snel naar de kiosk voor het complete nummer, of neem een voordelig abonnement.

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer