In 1983 krijgt de BMW 6-serie zijn bekroning in de vorm van de M635CSi. Het topmodel is ontwikkeld door BMW’s Motorsport afdeling – vandaar de toegevoegde M - en maakte gebruik van de 24-kleps motor uit de legendarische BMW M1. Ruud Thoma stapte weer eens in.
Vanaf 1976 doet BMW goede zaken met de 6-serie, intern aangeduid als E24. De opvolger van de fameuze 2.5 CS en 3.0 CSL modellen (E9) weet comfort op geraffineerde wijze te mixen met sportiviteit. Het elegante ontwerp van designer Paul Bracq zou uitgroeien tot een icoon. Medeverantwoordelijk daarvoor is de puntige, iets vooroverhellende neus met optisch in de motorkap geïntegreerde nieren – onder liefhebbers al snel aangeduid met Sharknose. Als inspiratie hiervoor diende de stylingstudie BMW Turbo uit 1972, eveneens getekend door Bracq. Dat model leende op zijn beurt de nodige stylingelementen aan de M1, waarmee de cirkel eigenlijk rond is. Ook in het interieur is de hand van Paul Bracq herkenbaar in het rond de bestuurder gebogen dashboard, dat alle bedieningselementen aangenaam onder handbereik plaatst.
Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen.
Topsporters
Eind 1978 stelt BMW op de Parijse autosalon de M1 voor. Deze door BMW Motorsport GmbH voor de autosport ontwikkelde sportwagen, getekend door Giorgetto Giugiaro, heeft een midscheeps geplaatste zescilinder motor met dry sump smering, een dubbele bovenliggende nokkenas en vier kleppen per cilinder. Deze als M88 aangeduide 3,5 liter krachtbron levert 277 pk bij 6.500 toeren en een koppel van 330 Nm bij 5.000 toeren. Geholpen door het lage gewicht van 1.300 kilogram sprint de M1 in 5,6 seconden naar 100 km/h en bedraagt de topsnelheid 262 km/h. De productie van 400 exemplaren van deze straatversie is nodig om te kunnen homologeren voor de beoogde autosportklassen.
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 3/2022. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).