Tegen exclusieve klassiekers als een Aston Martin of Ferrari steken burgerauto’s als de Opel Kadett en Ford Fiesta schril af. Toch kun je je afvragen wat de échte exoten zijn.
In Engeland bevindt zich sinds kort een museum met circa 150 Engelse auto’s uit de laatste decennia van de vorige eeuw. Voor ons Europeanen wat bedenkelijk, vanwege de trauma’s die sommigen opliepen toen ze in die periode een Engelse auto aanschaften. Toch is de oprichter van het museum, Richard Usher, meer een ziener dan we denken. Want hij zocht juist niet naar exclusieve automobielen, maar naar de zogenaamde bread & butter cars, het dagelijkse vervoermiddel van de gewone sterveling voor wie destijds een Ford Capri al een onbereikbare sportwagen was.
Chevette
Usher raapte zijn verzameling in een relatief korte tijdspanne van vier jaar bijeen. Nu is het niet zo heel lastig om in Engeland nog een goede, rijdbare Mini of Morris Minor te vinden, of een mooie Ford Escort, Cortina dan wel Sierra. Allemaal succesvol en in grote aantallen geproduceerd en verkocht. Zelfs de British Leyland-producten als de Austin Maestro of Allegro vind je nog, maar dat is meer omdat de kopers niet in de rij staan. Toch had Richard Usher de grootste moeite om een Vauxhall Chevette te vinden, een Engelse hatchbackversie van de Opel Kadett C. Ondanks dat er tussen 1975 en 1984 in Engeland een half miljoen van zijn verkocht, is er van de burgeruitvoering nu nog maar een handvol in rijvaardige staat over. Begrijpelijk, want een Chevette was net als veel van zijn tijdgenoten vrij kleurloos, dus je was ze liever kwijt dan rijk. Maar het staat wel voor de vreemde paradox dat autotypen die je ooit op elke straathoek tegenkwam nu letterlijk van de aardbodem zijn verdwenen, terwijl toenmalige exclusieven als de Jaguar XJS en de Rolls-Royce Silver Shadow in pakketten van tien te koop zijn.
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 5/2021. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).