‘Een plezierig voorspel.’ Zonder gêne hint de brochure op de mate waarin de Volvo 780 de potentiële klant het hoofd op hol moet brengen. De tekst zegt het niet met zoveel woorden, maar laat wel doorschemeren dat het geraffineerde design van de Italiaanse grootmeester Bertone lustopwekkend werkt en dat dat een voorbode is van eh… juist. Welnu, de noordelijke nuchterheid koelt het zuidelijke temperament toch iets af.
Voor exclusiviteit zit je op de eerste rang bij de 780. Daarvoor leverde Volvo in de tweede helft van de jaren tachtig zelf de ingrediënten al aan, door de verheven coupé zo ambitieus te beprijzen dat hij zich uit enig concurrentieveld manoeuvreerde. Vanaf een initiële 137.920 gulden in Nederland schoot hij al gauw door de 150 mille heen. Riant meer dan Mercedes-Benz voor een welisware kale 300 CE wenste te ontvangen, zelfs kostbaarder dan de hoger gepositioneerde Jaguar XJS 3.6 en BMW 635 CSi. En vooral ook verbijsterend door de onderlinge verhouding met een identiek gemotoriseerde 760 GLE: an-der-half keer zo duur. Allemachtig. Volvo-specialist Carlo Schmidt in Gemert, die ons een uitmuntende 780 Turbo uit 1991 met 26.000 mijl op de klok leent, plaatst dat in een interessant perspectief. “In Italië zat hij precies tussen de sedan en de Estate in, met telkens stapjes van 2000 gulden omhoog. Geen wonder dus dat daar, na de Verenigde Staten, de meeste exemplaren naartoe gingen. Beter gezegd: bléven. Vooral diesels.” Pardon?!
Voor exclusiviteit zit je op de eerste rang bij de 780. Daarvoor leverde Volvo in de tweede helft van de jaren tachtig zelf de ingrediënten al aan, door de verheven coupé zo ambitieus te beprijzen dat hij zich uit enig concurrentieveld manoeuvreerde. Vanaf een initiële 137.920 gulden in Nederland schoot hij al gauw door de 150 mille heen. Riant meer dan Mercedes-Benz voor een welisware kale 300 CE wenste te ontvangen, zelfs kostbaarder dan de hoger gepositioneerde Jaguar XJS 3.6 en BMW 635 CSi. En vooral ook verbijsterend door de onderlinge verhouding met een identiek gemotoriseerde 760 GLE: an-der-half keer zo duur. Allemachtig. Volvo-specialist Carlo Schmidt in Gemert, die ons een uitmuntende 780 Turbo uit 1991 met 26.000 mijl op de klok leent, plaatst dat in een interessant perspectief. “In Italië zat hij precies tussen de sedan en de Estate in, met telkens stapjes van 2000 gulden omhoog. Geen wonder dus dat daar, na de Verenigde Staten, de meeste exemplaren naartoe gingen. Beter gezegd: bléven. Vooral diesels.” Pardon?!
Halo car
Van tevoren kun je op je vingers uittellen dat er een merkwaardig project volgt wanneer emotiegedreven Italianen en rationele Zweden met verantwoordelijkheidsgevoel de handen ineenslaan. Dat manifesteerde zich al bij de buitenissige 262 C, eveneens gebouwd bij Bertone. Maar dan expliciet níet ontworpen, zoals het wijdverbreide misverstand wil. Het geringe succes van die ‘getopchopte’ Gothenburger-tank zal geenszins de drijfveer zijn geweest om de grensoverschrijdende vrijage nog eens nieuw leven in te blazen. Eerder de dringende behoefte van Volvo om zich, met name op de Amerikaanse markt, te manifesteren als een fabrikant van standing. Opgewassen tegen vooraanstaande spelers als Mercedes-Benz en BMW, maar dan wel met een typisch Scandinavische invalshoek. Stemmig, veilig en altijd een tikkeltje eigenzinnig, zonder de clown te willen uithangen. Tegenwoordig zouden we de 780 een ‘halo car’ noemen, waaraan de mindere goden van het gamma zich kunnen optrekken. De Amerikanen spraken van een ‘personal luxury coupe’. Inderdaad, zonder accent aigu op de e. Net als op het kofferdeksel bij modeljaar 1991 te vinden is, ter vervanging van de cijfercombinatie.Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 4/2023. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).