Eind jaren zeventig kwam Ayrton Senna naar Europa met maar één doel: wereldkampioen karting worden. Twee Nederlandse kwelgeesten staken daar echter een stokje voor. In 1979 was Peter Koene hem te snel af, een jaar later werd Senna verslagen door Peter de Bruijn. “Dat karten werd echt een obsessie voor hem.”
Ayrton Senna da Silva was al een grote man in de Zuid-Amerikaanse kartsport toen hij in de zomer van 1978 een contract tekende bij de toonaangevende, Italiaanse kartfabrikant DAP: het merk van de onlangs overleden Angelo Parilla. Ondanks de vele overwinningen en titels op zijn thuiscontinent wist de achttienjarige coureur dat hij in Europa moest zijn om verder te komen. Dat was immers de bakermat van de kartsport; daar reden alle toppers, daar waren de belangrijke wedstrijden. Dus daar moest de Braziliaan naartoe om z’n grote droom te vervullen: als wereldkampioen karting de overstap maken naar de autosport. Al snel begon de naam Da Silva, zoals hij zich toen nog noemde, rond te zingen op de paddocks. Al bij zijn allereerste test, op het circuit van Parma, verbrak hij het baanrecord van zijn DAP-teamgenoot Terry Fullerton. En ook bij z’n debuutraces op Europese bodem meldde Senna zich meteen van voren. Daar trof hij onder meer Peter Koene en Peter de Bruijn, die sinds het midden van de jaren zeventig grote mannen waren in de internationale kartracerij.
Anno 2023 kunnen de twee Nederlanders, beide inmiddels 66, zich de entree van het aanstormende talent nog goed heugen. “Hij viel meteen op”, vertelt Koene, die we ontmoeten in de oude kartwerkplaats achter zijn Fiat-dealerschap in Velserbroek. “Alle toppers van destijds reden vergelijkbare lijnen en waren zo’n beetje net zo snel, maar Senna liep soms bij de anderen weg zonder dat je zag wat hij anders deed.”
Ayrton Senna da Silva was al een grote man in de Zuid-Amerikaanse kartsport toen hij in de zomer van 1978 een contract tekende bij de toonaangevende, Italiaanse kartfabrikant DAP: het merk van de onlangs overleden Angelo Parilla. Ondanks de vele overwinningen en titels op zijn thuiscontinent wist de achttienjarige coureur dat hij in Europa moest zijn om verder te komen. Dat was immers de bakermat van de kartsport; daar reden alle toppers, daar waren de belangrijke wedstrijden. Dus daar moest de Braziliaan naartoe om z’n grote droom te vervullen: als wereldkampioen karting de overstap maken naar de autosport. Al snel begon de naam Da Silva, zoals hij zich toen nog noemde, rond te zingen op de paddocks. Al bij zijn allereerste test, op het circuit van Parma, verbrak hij het baanrecord van zijn DAP-teamgenoot Terry Fullerton. En ook bij z’n debuutraces op Europese bodem meldde Senna zich meteen van voren. Daar trof hij onder meer Peter Koene en Peter de Bruijn, die sinds het midden van de jaren zeventig grote mannen waren in de internationale kartracerij.
Anno 2023 kunnen de twee Nederlanders, beide inmiddels 66, zich de entree van het aanstormende talent nog goed heugen. “Hij viel meteen op”, vertelt Koene, die we ontmoeten in de oude kartwerkplaats achter zijn Fiat-dealerschap in Velserbroek. “Alle toppers van destijds reden vergelijkbare lijnen en waren zo’n beetje net zo snel, maar Senna liep soms bij de anderen weg zonder dat je zag wat hij anders deed.”
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 4/2023. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).