Engelse experts voorspellen dat klassieke Japanse auto’s, en dan met name de sportievere modellen, het komende jaar in waarde zullen stijgen. Dat geldt echter in mindere mate voor Nederland.
Met het gros van de autoliefhebbers hoefde je in de jaren negentig niet de discussie over Japanse auto’s aan te gaan: “Ik dénk er niet eens over”, was vaak het antwoord. Begrijpelijk, want velen hadden in hun kinderjaren nog nooit een Japanse auto van dichtbij gezien, hooguit een verdwaalde Toyota Corolla of Mazda 1300. Midden jaren zestig werden de eerste Japanse auto’s in Nederland met enig wantrouwen bekeken. Vreemde merken met rare namen, uit een ver land, maar ook gemeden door veel mensen uit voormalig Nederlands-Indië, die vanwege hun oorlogservaringen principieel geen Japanse producten kochten. Bovendien waren de Japanse auto’s erg roestgevoelig.
Boyracers
De opmars was echter niet te stuiten. Een Toyota Corolla bijvoorbeeld, bood in de jaren zestig voor vrijwel dezelfde prijs meer comfort, betrouwbaardere techniek en betere prestaties dan pakweg de toen al sterk verouderde Volkswagen Kever of de Renault 10. Inmiddels behoren de Japanse merken tot de grootste spelers op de wereldmarkt. En hoewel er nog steeds echte hardliners zijn, haalt menig klassiekerliefhebber van nu niet langer zijn neus op bij het zien van een Mitsubishi Colt of een Datsun 100 A – oké, een klein beetje dan. Honda liet op het Concours van Paleis Soestdijk van afgelopen zomer alle generaties Civic zien en dat bracht bij menig bezoeker een nostalgische glimlach teweeg.
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 1/2023. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).