De introductie van de Jaguar XF 2.2 D vindt nu eens niet plaats in Schotland of Spanje, maar we weten ons omringd door Bayern München, BMW’s en Bratwurst. Bewuste keuze, mede omdat hier de belangrijkste concurrent van deze nieuwe diesel wordt gemaakt.
Jaguar-ontwerper Ian Callum kijkt me glazig aan. Dat komt niet alleen omdat het twee uur ’s nachts is en we al ettelijke pullen Beiers bier op hebben, maar ook omdat ik hem, als in een reflex, de vraag heb gesteld die iedereen hem ongetwijfeld altijd stelt. Namelijk wat hij zelf zijn beste ontwerp ooit vindt. “Always the next one”, zegt de amusante topontwerper. Het is de eerste keer die avond dat ik een auto-gerelateerde vraag heb gesteld, maar Callum lijkt niet erg veel zin te hebben in designtaal. En dus drinken we er nog maar een.
Afgevallen pijp
Callum heeft wel een biertje verdiend, want de XF is dankzij de facelift veel mooier geworden. Hij keek daarbij goed naar de huidige XJ. De koplampen zijn duidelijk een stuk scherper gesneden en volgens Callum zorgen ze voor een "significant road attitude". Behalve de nieuwe koplampen met dagrijlichten die eruit zien als het Nike-logo zien we ook een nieuwe motorkap met grotere 'power bulge', een iets grotere grille en licht gewijzigde voorbumper. De luchtinlaten in de voorschermen, de lichtmetalen wielen en de achterbumper zijn eveneens nieuw. Als finishing touch zijn de vergrote achterlichten voortaan uitgevoerd met led-techniek. De auto ziet er, meer dan zijn concurrenten, uit als een coupé, terwijl er toch plek is voor vijf volwassenen en de bagageruimte 500 liter bedraagt.
Ondanks het feit dat de auto weinig meer met de traditionele Jaguars te maken heeft, is het nog steeds onmiskenbaar een echte ‘Jag’. Sterker nog; in onze ogen is het een van de mooiste luxesedans op de markt. Het enige kritiekpuntje is de aanwezigheid van slechts één uitlaatpijp op deze dieseluitvoering. Door zijn vorm en de manier waarop deze is bevestigd, lijkt het alsof de pijp aan de andere zijde eraf is gevallen. Aan de binnenzijde onderscheidt de XF zich door kleine, maar belangrijke kenmerken en een sterk verbeterde kwaliteit. De rijzende ronde schakelknop, de wegdraaiende ventilatieroosters en de als een hartslag knipperende startknop zorgen ervoor dat het lijkt alsof de auto werkelijk tot leven komt. Het interieur is luxueus, maar toch verdwaal je niet in een knoppenbrij. Het uitstekende touchscreen is daar in hoge mate debet aan. Ook voelt alles veel beter en meer solide aan dan voorheen.
Overstap
De keuze om de auto in München te introduceren was een zeer bewuste, zei Callum een halve dag en zeven bier eerder. “Niet alleen omdat het weer eens iets anders is, maar ook omdat hier de mooiste wegen van Europa zijn en omdat de belangrijkste concurrent van onze 190 pk sterke XF diesel hier wordt gemaakt.” Die concurrent is de BMW 520d automaat. Een auto van waaruit Jaguar hoopt dat de overstap naar hun merk wordt gemaakt. Maar ook de bestuurders van een Mercedes-Benz 250 CDI moeten worden gelokt. Een realistische doelstelling, want de XF is er als geheel flink op vooruit gegaan en de nieuwe dieselmotor is een prachtaggregaat. Gelukkig maar, want er wordt veel verwacht van deze variant, die de 211 pk sterke 3.0 V6 vervangt. De XF 2.2 D moet zorgen voor bijna een verdubbeling van de XF-verkopen.
Minder kritiek
Het feit dat het een viercilinder dieselmotor is, roept anno 2011 minder kritiek op dan toen Jaguar dit voor het eerst deed in 2003 in de X-type. De XF 2.2 D is simpelweg een auto die Jaguar moet bouwen omdat 70 procent van de kopers in dit segment kiest voor een viercilinder diesel in plaats van een zescilinder. Dankzij zijn CO2-uitstoot van 149 gram per kilometer krijgt de auto het felbegeerde A-label.
De diesel overtuigt meteen met zijn romige krachtsontplooiing en stille werking. De zijdezacht schakelende achttraps ZF-automaat draagt in niet onbelangrijke mate bij aan het luxegevoel. Slechts wanneer de toerenteller het rode gebied nadert, hoor je dat deze Jaguar op vier en niet op zes cilinders loopt. Hij klinkt dan wat rauw, maar hinderlijk is het niet. Jaguar is zeer trots op de nieuwe intelligente start-stopfunctie. Deze zorgt ervoor dat de motor aanslaat zodra je je voet van het rempedaal haalt. En wel tot veertig procent sneller dan die van de concurrentie, aldus de Britten. Het rempedaal is in onze ogen wel iets te bijterig. Ook de besturing voelt bij modale snelheden iets te licht. Vreemd genoeg wordt dit beter zodra je sneller gaat rijden.
Het onderstel is gelukkig nog net zo dynamisch als voorheen. Wie wil zoeven en deinen moet maar een XJ kopen, lijken ze bij Jaguar te denken. En terecht.
Tekst: Erik Kouwenhoven
| JAGUAR XF 2.2 D |
| Motor |
2,2 liter viercilinder |
| Vermogen |
190 pk/140 Kw, |
| Koppel |
450 Nm bij 2.000 tpm |
| Gewicht in kg |
1.770 |
| 0-100 in sec |
8,5 |
| Top in km/h |
225 (begrensd) |
| Prijs in euro |
56.600 |
Jaguar-ontwerper Ian Callum kijkt me glazig aan. Dat komt niet alleen omdat het twee uur ’s nachts is en we al ettelijke pullen Beiers bier op hebben, maar ook omdat ik hem, als in een reflex, de vraag heb gesteld die iedereen hem ongetwijfeld altijd stelt. Namelijk wat hij zelf zijn beste ontwerp ooit vindt. “Always the next one”, zegt de amusante topontwerper. Het is de eerste keer die avond dat ik een auto-gerelateerde vraag heb gesteld, maar Callum lijkt niet erg veel zin te hebben in designtaal. En dus drinken we er nog maar een.
Afgevallen pijp
Callum heeft wel een biertje verdiend, want de XF is dankzij de facelift veel mooier geworden. Hij keek daarbij goed naar de huidige XJ. De koplampen zijn duidelijk een stuk scherper gesneden en volgens Callum zorgen ze voor een "significant road attitude". Behalve de nieuwe koplampen met dagrijlichten die eruit zien als het Nike-logo zien we ook een nieuwe motorkap met grotere 'power bulge', een iets grotere grille en licht gewijzigde voorbumper. De luchtinlaten in de voorschermen, de lichtmetalen wielen en de achterbumper zijn eveneens nieuw. Als finishing touch zijn de vergrote achterlichten voortaan uitgevoerd met led-techniek. De auto ziet er, meer dan zijn concurrenten, uit als een coupé, terwijl er toch plek is voor vijf volwassenen en de bagageruimte 500 liter bedraagt.
Ondanks het feit dat de auto weinig meer met de traditionele Jaguars te maken heeft, is het nog steeds onmiskenbaar een echte ‘Jag’. Sterker nog; in onze ogen is het een van de mooiste luxesedans op de markt. Het enige kritiekpuntje is de aanwezigheid van slechts één uitlaatpijp op deze dieseluitvoering. Door zijn vorm en de manier waarop deze is bevestigd, lijkt het alsof de pijp aan de andere zijde eraf is gevallen. Aan de binnenzijde onderscheidt de XF zich door kleine, maar belangrijke kenmerken en een sterk verbeterde kwaliteit. De rijzende ronde schakelknop, de wegdraaiende ventilatieroosters en de als een hartslag knipperende startknop zorgen ervoor dat het lijkt alsof de auto werkelijk tot leven komt. Het interieur is luxueus, maar toch verdwaal je niet in een knoppenbrij. Het uitstekende touchscreen is daar in hoge mate debet aan. Ook voelt alles veel beter en meer solide aan dan voorheen.
Overstap
De keuze om de auto in München te introduceren was een zeer bewuste, zei Callum een halve dag en zeven bier eerder. “Niet alleen omdat het weer eens iets anders is, maar ook omdat hier de mooiste wegen van Europa zijn en omdat de belangrijkste concurrent van onze 190 pk sterke XF diesel hier wordt gemaakt.” Die concurrent is de BMW 520d automaat. Een auto van waaruit Jaguar hoopt dat de overstap naar hun merk wordt gemaakt. Maar ook de bestuurders van een Mercedes-Benz 250 CDI moeten worden gelokt. Een realistische doelstelling, want de XF is er als geheel flink op vooruit gegaan en de nieuwe dieselmotor is een prachtaggregaat. Gelukkig maar, want er wordt veel verwacht van deze variant, die de 211 pk sterke 3.0 V6 vervangt. De XF 2.2 D moet zorgen voor bijna een verdubbeling van de XF-verkopen.
Minder kritiek
Het feit dat het een viercilinder dieselmotor is, roept anno 2011 minder kritiek op dan toen Jaguar dit voor het eerst deed in 2003 in de X-type. De XF 2.2 D is simpelweg een auto die Jaguar moet bouwen omdat 70 procent van de kopers in dit segment kiest voor een viercilinder diesel in plaats van een zescilinder. Dankzij zijn CO2-uitstoot van 149 gram per kilometer krijgt de auto het felbegeerde A-label.
De diesel overtuigt meteen met zijn romige krachtsontplooiing en stille werking. De zijdezacht schakelende achttraps ZF-automaat draagt in niet onbelangrijke mate bij aan het luxegevoel. Slechts wanneer de toerenteller het rode gebied nadert, hoor je dat deze Jaguar op vier en niet op zes cilinders loopt. Hij klinkt dan wat rauw, maar hinderlijk is het niet. Jaguar is zeer trots op de nieuwe intelligente start-stopfunctie. Deze zorgt ervoor dat de motor aanslaat zodra je je voet van het rempedaal haalt. En wel tot veertig procent sneller dan die van de concurrentie, aldus de Britten. Het rempedaal is in onze ogen wel iets te bijterig. Ook de besturing voelt bij modale snelheden iets te licht. Vreemd genoeg wordt dit beter zodra je sneller gaat rijden.
Het onderstel is gelukkig nog net zo dynamisch als voorheen. Wie wil zoeven en deinen moet maar een XJ kopen, lijken ze bij Jaguar te denken. En terecht.
Tekst: Erik Kouwenhoven