Seat heeft aan de Exeo-serie, oneerbiedig gezegd een hergebruikte Audi A4, een nieuwe, interessante variant toegevoegd, de turbodiesel met traploze Multitronic automaat.
Sinds de introductie van de serie ruim twee jaar geleden heeft Seat van de Exeo en Exeo ST (de combiversie) dik 40.000 exemplaren gebouwd en verkocht. Geen kaskraker, maar in een zeer moeilijke markt toch lang niet slecht. Bovendien is de Exeo een niet onaardige bekroning van het gamma en de ontwikkelingskosten – het is feitelijk een iets aangepaste Audi A4 van de vorige generatie – zijn er al lang uit.
Toch doen we Seat daar een beetje mee tekort, want de Spaanse VW-dochter is er in geslaagd om wat verbeteringen aan de serie door te voeren. Per direct hebben alle Exeo’s namelijk dik vier centimeter meer beenruimte achterin als gevolg van een anders vormgegeven achterbank en voorstoelen. Daarnaast zijn er een paar mooie bekledingsopties aan het gamma toegevoegd, maar het belangrijkste nieuws is toch wel dat de Exeo er als 2.0 TDI voortaan met traploze Multitronic automaat is.
Geen Van Doorne
Denk nu niet dat er een Nederlands tintje aan deze Seat zit, want de continu variabele transmissie in deze Exeo is niet ontsproten aan het brein van Van Doorne, maar is een andere interpretatie van dat idee, ontwikkeld door transmissiespecialist LUK in Duitsland. Audi gebruikt het al vele jaren, dus dat de bak in deze Seat Exeo terecht komt, mag gezien zijn familiebanden niet verbazen.
Het is wel zo dat de combinatie van een tweeliter common rail turbodiesel met deze automaat nog niet eerder is vertoond. En als je dan ook nog weet dat een turbodiesel vanwege zijn hoge koppel van huis uit een mooie partner is voor een automaat, dan is de uitkomst tamelijk voorspelbaar. Met de Multitronic rijdt de 143 pk sterke Seat Exeo 2.0 TDI dus zeer aangenaam. De automaat vangt de kleine gaten in de trekkracht bij lage toeren – die bij een handgeschakelde versnellingsbak nog wel eens opvallen – uitstekend op en houdt het toerental in een voor het verbruik gunstig gebied.
Zeven vaste overbrengingen
Normaal is de Exeo TDI Multitronic in de stand D dus met weinig toeren te rijden en is de motor nauwelijks waarneembaar. Maar je kunt er ook een iets sportievere auto van maken met de bak in ‘S’. Dan stijgt het toerental en is de motor iets alerter. En wie helemaal zelf de controle wil hebben kan ingrijpen middels de ‘flippers’ aan het stuurwiel. De elektronica kiest dan zeven vaste overbrengingen uit het theoretisch oneindige aantal dat een continu variabele transmissie in de aanbieding heeft. Leuk als je in een heel sportieve bui bent, maar in de praktijk zul je het niet viel benutten.
De Seat Exeo is trouwens geen echt sportieve auto, zoals het model waarop hij is gebaseerd – de vorige generatie van de Audi A4 – met de kleinere motoren evenmin was. Comfort en ruimte zijn het sterke punt van Seat’s topmodel en dat biedt de auto voor een scherpe prijs. Vanaf 26.295 euro is er al een Exeo Sedan, de ST genaamde combiversie kost maar 400 euro meer. Dieselen kan met de 143 pk turbodiesel vanaf 27.895 euro, maar de meerprijs van de nieuwe Multitronic automaat is nog niet bekend.
Sinds de introductie van de serie ruim twee jaar geleden heeft Seat van de Exeo en Exeo ST (de combiversie) dik 40.000 exemplaren gebouwd en verkocht. Geen kaskraker, maar in een zeer moeilijke markt toch lang niet slecht. Bovendien is de Exeo een niet onaardige bekroning van het gamma en de ontwikkelingskosten – het is feitelijk een iets aangepaste Audi A4 van de vorige generatie – zijn er al lang uit.
Toch doen we Seat daar een beetje mee tekort, want de Spaanse VW-dochter is er in geslaagd om wat verbeteringen aan de serie door te voeren. Per direct hebben alle Exeo’s namelijk dik vier centimeter meer beenruimte achterin als gevolg van een anders vormgegeven achterbank en voorstoelen. Daarnaast zijn er een paar mooie bekledingsopties aan het gamma toegevoegd, maar het belangrijkste nieuws is toch wel dat de Exeo er als 2.0 TDI voortaan met traploze Multitronic automaat is.
Geen Van Doorne
Denk nu niet dat er een Nederlands tintje aan deze Seat zit, want de continu variabele transmissie in deze Exeo is niet ontsproten aan het brein van Van Doorne, maar is een andere interpretatie van dat idee, ontwikkeld door transmissiespecialist LUK in Duitsland. Audi gebruikt het al vele jaren, dus dat de bak in deze Seat Exeo terecht komt, mag gezien zijn familiebanden niet verbazen.
Het is wel zo dat de combinatie van een tweeliter common rail turbodiesel met deze automaat nog niet eerder is vertoond. En als je dan ook nog weet dat een turbodiesel vanwege zijn hoge koppel van huis uit een mooie partner is voor een automaat, dan is de uitkomst tamelijk voorspelbaar. Met de Multitronic rijdt de 143 pk sterke Seat Exeo 2.0 TDI dus zeer aangenaam. De automaat vangt de kleine gaten in de trekkracht bij lage toeren – die bij een handgeschakelde versnellingsbak nog wel eens opvallen – uitstekend op en houdt het toerental in een voor het verbruik gunstig gebied.
Zeven vaste overbrengingen
Normaal is de Exeo TDI Multitronic in de stand D dus met weinig toeren te rijden en is de motor nauwelijks waarneembaar. Maar je kunt er ook een iets sportievere auto van maken met de bak in ‘S’. Dan stijgt het toerental en is de motor iets alerter. En wie helemaal zelf de controle wil hebben kan ingrijpen middels de ‘flippers’ aan het stuurwiel. De elektronica kiest dan zeven vaste overbrengingen uit het theoretisch oneindige aantal dat een continu variabele transmissie in de aanbieding heeft. Leuk als je in een heel sportieve bui bent, maar in de praktijk zul je het niet viel benutten.
De Seat Exeo is trouwens geen echt sportieve auto, zoals het model waarop hij is gebaseerd – de vorige generatie van de Audi A4 – met de kleinere motoren evenmin was. Comfort en ruimte zijn het sterke punt van Seat’s topmodel en dat biedt de auto voor een scherpe prijs. Vanaf 26.295 euro is er al een Exeo Sedan, de ST genaamde combiversie kost maar 400 euro meer. Dieselen kan met de 143 pk turbodiesel vanaf 27.895 euro, maar de meerprijs van de nieuwe Multitronic automaat is nog niet bekend.
Tekst: Mario Vos