Er zijn inmiddels zo veel variaties op het thema ‘Mini’ dat je door de bomen bijna het bos niet meer ziet. Niemand, zelfs de Mini-rijder niet, kijkt dan ook op als je met de nieuwe generatie door Neerlands dreven toert.
Nu is het wel zo dat onze introductievloot – op twee okergele exemplaren na – uitgevoerd was in typisch Hollandse kleuren: donkerblauw, donkerrood, donkergroen, donkergrijs en zwart. Terwijl juist deze frivole auto ook qua kleur de aandacht op zich mag en kán vestigen.
Hermandad
Onze (grijze) Cooper S, met zijn 2,0 liter turbo-viercilinder van 192 pk, voelt zich heel lekker bij snelheden van rond de 130. Tussen 06.00 en 19.00 (of was het nu omgekeerd?) mag dat helaas niet overal, maar het gaat eigenlijk vanzelf. Later hoorden we dat de Hermandad, die ongetwijfeld lucht had gekregen van deze introductie, goed vertegenwoordigd was op het traject van de importeur in Rijswijk (ZH) naar Zuid-Limburg (inclusief uiteraard een niet-aan-te-ontkomen fabrieksbezoek aan VDL NedCar in Born, waar de Mini gebouwd gaat worden). Nee, hoewel we toch hebben opgelet, merkten we er niets van. Komt nog wel, vrezen we.
Niet zuinig
Want de Cooper S is zeker in de Sportstand behoorlijk snel, wordt meteen straf afgeveerd en stuurt zó direct dat je bijna in de vangrail hangt als je moet niezen. Echt sportieve kwaliteiten. Op oneffen wegdek of met een verkeersdrempel in zicht moet je ‘m echter héél gauw in ‘Midi’ of liever nog in ‘Green’ zetten, wil je althans dat je vullingen op hun plaats blijven zitten. Zuinig is hij overigens allerminst. Op de circa 300 km lange route reden wij bijna ‘leeg’, terwijl onze dieselende collega’s in hun driecilinders nog driekwart tank aan brandstof over hadden. Maar ja, de 95 pk sterke diesel-One moet het eerder hebben van zijn hippe uiterlijk dan van zijn prestaties, al rijdt hij niet onprettig en heeft hij de laagste uitstoot (89 gr/km CO2) van alle Mini’s. De Cooper Diesel heeft maar een gering hogere uitstoot (92 gr/km), maar wel 21 pk meer. Ten slotte zijn er nog de ‘gewone’ One en Cooper met respectievelijk 102 en 136 pk driecilinder benzinemotoren. Behalve topmodel Cooper S vallen alle Mini’s in de 20%-bijtellingcategorie.
Voor elk wat wils dus. Met als groot pluspunt dat hij behoorlijk dik aangekleed kan worden, met opties als een head-up display. Hij is ook ietsje ‘meer voor mannen’, masculiener, al vinden wij toch dat het vrouwelijke blijft overheersen. Oh, en vergeet niet: de Mini is inmiddels een grote auto.
Tekst: Martin van der Zeeuw
Fotografie: Louis Blom
| Mini Cooper S |
| Motor |
2,0 liter viercilinder turbomotor |
| Vermogen |
192 pk/141 kW bij 4.700-6.000 tpm |
| Koppel |
280 Nm bij 1.200 tpm |
| Gewicht in kg |
1.160 |
| 0-100 in sec. |
6,7 |
| Top in km/h |
235 |
| Prijs in euro |
30.295 |
