strictly cars with character

Ghia L6.4 1962 (ex-Dean Martin): The king of cool

22 oktober 2014
Frankie, Dino and all the biggies reden begin jaren zestig in flashy auto’s als deze Ghia L6.4. Maar wij jongetjes hadden er ook een. Met diamanten koplampen. Dit is ‘m. In het echt. Driedimensionaal. Ware grootte. Aanraakbaar. Rijdbaar. Ik geloof het bijna niet. Hier heb ik zo’n vijfenveertig jaar in stilte op gewacht, en ineens kruist zoiets je pad. Als jochie heb ik in het internetloze tijdperk al heel lang moeten zoeken naar zelfs een pláátje van deze auto. Uiteindelijk vond ik dat niet eens in een van de autoboeken waar al mijn zakgeld aan opging, maar in zo’n typisch ‘Aanzien’-fotoboek: ‘Het aanzien van de automobiel’. Het was het bewijs dat mijn droomauto echt bestond en niet zomaar een fantasieding was, ontsproten aan het brein van meneer Corgi.

Mysterieus ding

Nee, deze auto is zeker geen fantasie. En hij stelt ook niet teleur, nu ik de Ghia L6.4 in the flesh aanschouw. Had gekund natuurlijk, vanwege te hoge verwachtingen. Maar wat is hij móói. Die prachtige, sierlijke straaljagervormen, die stroomlijn, dat lage, scherpe silhouet, die snelheid in het lijnenspel. Deze Ghia ádemt de Jet Age. Dit is met recht een auto die al snelheid uitdrukt als hij stilstaat, maar op een totaal andere – je zou haast zeggen minder ‘ordinaire’ – manier dan een hedendaagse supercar dat doet. Dus niet met behulp van dikke spoilers, scoops of air ducts, maar gewoon door subtiele designdetails. Hoezeer hij hier ook staat, ergens blijft het een mysterieus ding dat veel vragen oproept. Want was Ghia niet een designstudio in plaats van een automerk? Wat voor techniek zit erin? Wie heeft hem ontworpen? Hoeveel zijn er van gemaakt? En wie reed erin? De antwoorden daarop moeten gezocht worden in het westen van de Verenigde Staten, in de wereld van glitter en glamour. Trefwoorden: televisie, theater, Las Vegas, The Sands, Hollywood en niet te vergeten ‘The Rat Pack’.

Futurisme

De auto in het ‘Aanzien’-boek was van ‘The Voice’, Frank Sinatra. Samen met Dean Martin, Sammy Davis Jr., Peter Lawford en Joey Bishop vormde Sinatra in de jaren vijftig en zestig ‘The Rat Pack’, een groep zangers/dansers/acteurs die voornamelijk in The Sands in Las Vegas optrad. In de theater-, film- en televisiewereld, waarin toen ook al enorme geldbedragen werden verdiend, bevond zich het perfecte koperspubliek voor kostbare, extravagante automobielen als deze Ghia. Op deze doelgroep werden de auto’s dan ook gericht. Rechtstreeks op de man af zelfs. De Ghia L6.4 zou gezien kunnen worden als de vleesgeworden ‘dream car’, een fenomeen dat was ontstaan in de jaren vijftig. De welvaart steeg naar ongekende hoogten, steeds meer mensen konden zich een auto of een huis in de suburbs veroorloven. Technologische ontwikkelingen waren in een stroomversnelling geraakt, mede dankzij de Tweede Wereldoorlog. Amerika, toch al niet wars van show, profileerde zich meer dan ooit als het land van de ongekende mogelijkheden. Feitelijk was dat laatste ook een vorm van propaganda in de strijd tegen het communisme, maar dat is meer voer voor de politicologen onder ons. Wat auto’s betreft was het gewoon feest. Letterlijk. Ford, Chrysler en GM, toen nog De Grote Drie, produceerden de prachtigste stylingstudies die moesten aantonen hoe de auto van de toekomst eruit zou zien maar vooral het publiek moesten enthousiasmeren. GM reisde met de Motorama-autoshows zelfs het hele land door. De ontwerpen waren geïnspireerd op de vormgeving van raketten en straaljagers, die de mensheid verder zouden brengen dan waar ook. De Jet Age, ook wel Space Age was aangebroken. Maakte designer Harley J. Earl van GM echter auto’s die bijna echt leken te kunnen opstijgen, zijn collega Virgil Exner van Chrysler was letterlijk wat meer down-to-earth. Die creëerde een wel degelijk futuristisch, maar meer ingetogen en zelfs Europees design. Exner had ook nauwe banden met het Italiaanse ontwerpbureau Ghia, dat zijn ontwerpen realiseerde.

‘Social Register’

Iemand die buitengewoon goed garen spon bij de naoorlogse hausse in autoverkopen was zakenman Eugene ‘Gene’ Casaroll. Hij had een groot (auto)transportbedrijf, genaamd ‘Dual’, naar een door hemzelf ontworpen tanktransportwagen met twee motoren. Maar hij wilde meer. Hij wilde zelf auto’s bouwen, waarbij hij vooral geïnspireerd was door de Dodge Firearrow-stylingstudies van Exner/Ghia. Casaroll kwam in contact met de Amerikaanse Ghia-vertegenwoordiger Paul Farago, die hem adviseerde de rechten op het ontwerp van de Firearrow te kopen. Dat gebeurde, waarna Casaroll voortvarend te werk ging om zijn eigen auto’s te bouwen. De eerste Dual-Ghia, met Chrysler-chassis en -techniek, werd in 1955 gepresenteerd. Het chassis was echter te zwak en het werd geen succes. In 1957 kwam de opvolger, die veel awards won, onder meer op Pebble Beach. De prijs van de Dual-Ghia was met 7.500 dollar nota bene 1.000 dollar hoger dan die van een Cadillac Eldorado Biarritz, maar je had er iets veel exclusievers voor. In Amerika exclusiever zelfs dan een Rolls of een Jaguar. Ook Sinatra bezat er een, dus als je hem wilde bijbenen, moest je wel. Gene Casaroll speelde rechtstreeks op de man. Het verhaal gaat dat hij via een screening bij het Social Register (in Amerika bestaande namenlijst van de sociale elite) zijn potentiële klanten uitzocht. Sinatra, acteurs Glenn Ford en Peter Lawford en stand-up comedian Gary Morton kwamen naar zijn maatstaven in aanmerking voor een Dual-Ghia en Casaroll verkocht hen er dan ook een; Sammy Davis Jr., en Dean Martin vielen buiten de boot. Het waarom is, opnieuw, voer voor meer maatschappelijk geïnteresseerden. Dat Davis zwart was en bovendien getrouwd met een blanke vrouw – de Zweedse May Britt – op het moment dat gemengde huwelijken nog in meer dan de helft van de Amerikaanse staten verboden waren, heeft wellicht een rol gespeeld. Het kan zijn dat hij (daarom?) niet eens in het Register voorkwam.

Geen succes

De Dual-Ghia stond bekend als de auto met de langste productielijn ter wereld: chassis, motor en aandrijflijn werden vanuit Amerika verscheept naar Italië, waar bij Ghia in Turijn het koetswerk erop ging (en waar ook de arbeidskosten lager waren). Daarna ging de auto terug naar Detroit voor de finishing touch. Onnodig te zeggen dat het commercieel gezien geen succes werd. De productie zou sowieso gelimiteerd blijven tot 150, maar er hebben er slechts 117 het levenslicht gezien. Casaroll, zakenman als hij was, gaf niet op en ontwikkelde voor 1960 een nieuw model, de Dual-Ghia L6.4. Er werden minder Chrysler-componenten in gebruikt; de belangrijkste waren de voorwielophanging en de krachtige 335 pk sterke 6,4 liter achtcilinder. Omdat hij nu echt in financiële problemen kwam, trok Casaroll zich in een vroeg stadium terug. Farago zette het project voort, opnieuw via de VS-Italië-VS-constructie. Het prototype heette nog Dual-Ghia, de latere modellen alleen Ghia. De prijs was inmiddels gestegen tot 12.000 dollar en zou bij het laatste exemplaar zelfs bijna 16.000 dollar zijn. Dat was in 1963, bij auto nummer 26.

Pistoolholster

Dit is de Ghia van Dean Martin, ‘The King of Cool’ (ja kindertjes, het woord ‘cool’ had toen al dezelfde figuurlijke betekenis als het nu heeft. Denk maar niet dat jullie iets nieuws hebben bedacht). Dankzij eerdergenoemde Gary Morton had hij eindelijk een Ghia kunnen bemachtigen. Morton was de tweede echtgenoot van actrice/comédienne Lucille Ball en een enorme autoliefhebber. Ball kocht twee van deze Ghia’s, waarvan ze er één aan haar kersverse (en ook veel jongere, maar dat terzijde) hubby gaf. Op de middenconsole bevindt zich een plaatje met Mortons naam ten bewijze dat hij de auto heeft laten customizen bij de in Hollywood-kringen bekende George Barris. Dean Martin, die de auto later van Gary Morton overnam, heeft de Ghia opnieuw bij Barris gebracht voor aanpassing, nu naar zijn ideeën. Een tweede plaatje vermeldt dan ook de zin ‘this Ghia designed and coachbuilt exclusively for Mr. Dean Martin’ (beetje krom, want het woord ‘was’ lijkt te ontbreken). Of het nu Martin of Morton was die de ietwat detonerende ovale koplampen heeft besteld, is niet duidelijk (de oorspronkelijke waren rond, iets wat beter bij het ontwerp paste). Wel zeker is dat Dean Martin de pistoolholster onder de bestuurdersstoel heeft laten aanbrengen.

Televisiescherm

Met uitzondering van die koplampen is deze Ghia een echte beauty. Afgeronde hoeken waren in die tijd erg in en zijn dan ook overal terug te vinden. Het begint al bij de grote grille, die doet denken aan een televisiescherm (voor de jongeren onder ons: zo’n oude, die nog een beeldbuis had). Dan zijn er de aerodynamische vinnen, ditmaal niet aan de achterzijde, maar juist op de voorschermen. De voorzijde lijkt hierdoor lager, geschikt om met minimale inspanningen weerbarstige luchtstromingen te doorklieven. Het front helt ook licht naar voren, wat een voorwaartse beweging suggereert. Datzelfde effect wordt bereikt door de parallel lopende, iets achterover hellende A- en B-stijl. De panoramische ruiten zijn trouwens redelijk ‘standaard’, want ook in gebruik bij andere modellen van de Chrysler Corporation, zoals de Plymouth Fury. Zie ook de portieren. De wielkasten, waarvan de achterste de wielen half afdekken en daardoor de aerodynamica benadrukken, zijn aan de bovenzijde afgevlakt. Deze fraaie lijnen, die naar beneden toe inwaarts lopen, worden geaccentueerd door een dun chroomrandje. Chroom is bij deze auto trouwens naar Amerikaanse maatstaven beperkt gebruikt, maar genoeg om hem een behoorlijk ‘flashy’ voorkomen te geven. Twee van de vier achterlicht- annex richtingaanwijzerunits zijn gevat in Vignale-achtige schelpjes en de andere twee, die gecombineerd zijn met de achteruitrijlichten, hebben een behuizing in de vorm van een straalvliegtuig. Very Jet Age.

Speelgoed

Het is een auto die als het ware de zon doet schijnen. Je zíet hem gewoon in Californië over de mooie kustwegen rijden. Volkomen begrijpelijk ook dat de krachtige, rauwe Amerikaanse techniek in de meer verfijnde, maar toch behoorlijk opvallende Italiaanse verpakking met name Italo-Amerikanen als Frankie and Dino aansprak. Toch heeft het grotere publiek niet dankzij deze twee illustere figuren met deze auto kennisgemaakt. Zijn grootste bekendheid heeft de Ghia te danken aan speelgoedfabrikant Corgi Toys. In twee jaar tijd zijn er een miljoen Corgi’s van dit model verkocht. En van the real thing dus maar zesentwintig! Heel apart dus dat Corgi er überhaupt een model van uitbracht, maar het speelgoedmerk was altijd wel goed voor uitzonderlijke modellen. Het zal ook wel met sponsoring te maken hebben gehad, maar daar wisten wij als jongens niets van. Ondanks dat wij ons afvroegen wat nu dat rare, niet-uit-te-spreken automerk Ghia was, was dit autootje wel zo’n beetje het mooiste speelgoed wat we hadden. Want de deurtjes konden open en dicht en het kofferdeksel kon open en dicht en de stoelen konden naar voren klappen en hij kon veren en hij had echte diamanten koplampen die licht gaven en achterin zat een hondje. En oh ja, als je op de voorkant drukte, ging de motorkap ietsje omhoog en kon je hem met een vingernagel openmaken. En er zat een motor in. En het was de mooiste en stoerste auto van de hele wereld. En mijn broertje had een blauwe en ik een gouden.

Dweilen en zwabberen

Maar nu de echte. Want hoe rijdt ‘ie nu eigenlijk? Die vraag roept twee nieuwe vragen op. Ten eerste: willen we dat weten? Immers, dit is een auto die je meer op zijn schoonheid dan op zijn rijeigenschappen moet beoordelen (eigenlijk moet ‘ie gewoon in de huiskamer staan). Ten tweede: weten we dat niet al? Gewoon omdat het een long and lazy Amerikaan is en het rijgedrag daarvan bekend is... Gekkigheid. Natuurlijk ga ik erin rijden! Als je de kans krijgt om achter het stuur van je droomauto te kruipen, moet je dat niet nalaten. Bij de start blijkt al dat de Ghia ook in dit opzicht helemaal aan de verwachtingen gaat voldoen. De auto schudt heen en weer als de achtcilinder aanslaat. Eerst een wat hevige grom, daarna een nog steeds rauwe, maar gelijkmatige en zelfs relatief stille stationairloop. Waar je bij sommige auto’s de motor nog voelt koppelen als je hem in D zet, voel je bij deze Ghia helemaal niets, geen schokje. De kleine pook – in die tijd mode – voelt aan als een schakelaar van zo’n oude Marantz-stereoversterker. Een Parkeerstand is er overigens niet, je start in Neutraal. Ik kijk uit over een zee aan klokken en vooral enorme chromen knoppen waarvan je maar moet zien uit te vinden waar ze voor dienen. Een van de eigenaren schijnt er zelfs Dymo-stickers op geplakt te hebben. Maar goed, de Ghia rijdt zo Amerikaans als het maar zijn kan. Deinen, zwabberen, wiegen, zweven, dweilen. Nee, hierin is geen greintje ‘Italië’ terug te vinden. Niets van sportiviteit. De auto drijft. Bij gasgeven maakt de motor een hoop misbaar, maar er gebeurt vrij weinig. Niet in eerste instantie althans. Met een soort van luie vertraging reageert de koets op de gasbewegingen, waarna de achtcilinder zich ineens realiseert dat hij aan het werk moet en je dus alweer gauw te hard gaat. Sturen kun je met duim en wijsvinger, maar het is verder volkomen gevoelloos en heel afstandelijk. Nul feedback. Over het bochtengedrag van de 5,33 meter lange auto zullen we het maar niet hebben. Nou ja, dat is er eigenlijk ook niet. Is ook helemaal niet interessant. Als je eenmaal deze ‘rijeigenschappen’ gewend bent en kunt anticiperen op het late acceleratie- en remgedrag, gaat alles prima. Zoals een Engelse collega het ooit omschreef: The Ghia L6.4 was born to cruise down Sunset with Jill St.John inside, not to chase the latest Ferrari Lusso up Mulholland Drive. Corgi Toy of niet, vanwege zijn zeldzaamheid en (dus) relatieve onbekendheid zullen er niet veel mensen meteen aan de Ghia L6.4 denken als hen naar hun droomauto wordt gevraagd. Dat betekent dat hij vijftig jaar na dato nog niets aan exclusiviteit heeft ingeboet. En het (gelukkig) een auto voor een kleine liefhebbers- en kennerselite blijft, die hem op waarde weet te schatten. Met dank aan Jaap Braam Ruben van Fine Automobiles uit Maastricht voor het ter beschikking stellen van de auto (fineautomobiles.nl)
GHIA L6.4 1962
Motor 6,4 liter V8 (Chrysler), 335 pk bij 4.600 tpm
L x b x h in cm 533 x 191 x 132
Gewicht in kg Circa 1.850
Top in km/h Circa 180
Prijs 1962 in Am. dollar Circa 13.500
Huidige waarde in euro 200-300.000
Bijzonderheden Productieaantal 26, ex-Dean Martin, ‘fitted luggage’, ovale koplampen, pistoolholster
Tekst: Martin van der Zeeuw Fotografie David de Jong

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer