strictly cars with character

De hardheid van Amerika

7 november 2014
Op een koude, besneeuwde maandagochtend reed ik naar mijn monteur voor een eenvoudige klus aan mijn auto: olie verversen en de jaarlijkse keuring. Ik kom al bij hem sinds ik in Manhattan woon. Zijn naam is Tom en hij komt oorspronkelijk uit het eilandenstaatje Trinidad & Tobago. Hij is een beetje het type ‘macho feestvarken’; hij is vrijgezel en houdt van de dames en een lekker glas whisky. Hij heeft drie mannen in dienst uit de Dominicaanse Republiek, van wie één doofstom, die door middel van grommen en eenvoudige gebarentaal uitstekend met zijn collega’s communiceert, en ook met sommige klanten als ze een beetje hun best doen. Voor de garage staat een BP-logo, maar het was vroeger een Exxon-tankstation. Zoals de meeste van dit soort bedrijven in Amerika, is de ene helft een tankstation en de andere helft een reparatiebedrijf, meestal met twee bruggen. In het tankstation dat net als dikwijls in Nederland ook een kleine supermarkt is, werkt een man of twintig, van wie de meeste Haïtianen zijn, die een wonderlijk mengelmoesje spreken van Frans en Patois. Tom, de chef-monteur, werkt hier al zo lang het station bestaat: 27 jaar. De andere drie monteurs werken er minstens achttien jaar. Zij zijn typerend voor de Upper West Side in Manhattan, met een bedrijf dat echt probeert de klant in de kwakkelende economie een paar centen te besparen. Ik heb ze vaak tegen mij en andere klanten horen zeggen: “Je hebt over een paar maanden dit huppeldefluts-onderdeel nodig, maar maak je er nu nog maar even geen zorgen over.” Tom heeft me wel eens verteld dat hij een grotere kick krijgt van zijn vaste klanten dan van toevallige passanten. “Waar het om gaat”, zei hij, “is dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.” Hij heeft mijn auto ooit gered door een speciale cirkelzaag te kopen waarmee hij een bout kon verwijderen die om de een of andere reden muurvast in mijn motor zat. Deze mannen deden echt alles uitstekend, en symboliseerden, zoals zovelen in deze buurt, de verwezenlijking van de Amerikaanse droom: immigranten die eerlijk waren, hard werkten, iets van zichzelf maakten en nooit klaagden. Terug naar die ijskoude maandagochtend. Toen ik kwam aanrijden, zat de doorgaans vrolijke Tom verslagen in zijn stoel. Ik zei goedemorgen, en hij antwoordde: “Stel geen vragen, ik ben dronken.” Het was nog geen tien uur in de ochtend, dus vroeg ik hem wat hij vierde. Alsof het niet goed was doorgedrongen, klonk zijn antwoord dof en onduidelijk. Hij zei: “Volgende week gaan we dicht, en ik ben me aan het bezuipen.” Wat bleek? De eigenaar had het terrein ongeveer een half jaar eerder aan een vastgoedontwikkelaar verkocht, die de zoveelste toren met luxe appartementen aan de skyline van de Upper West Side zal toevoegen. De baas had het nieuws voor Tom verzwegen – tot deze koude maandagochtend. Eerlijk is eerlijk: het terrein waarop het garagebedrijf staat, is een schitterende locatie voor een eersteklas vastgoedproject. Het ligt aan de aantrekkelijke noordwestzijde van Central Park. Begin deze eeuw heeft de financiële elite dit deel van de stad ontdekt. De buurt stond bekend om zijn kleine boeken-, kleding- en rommelwinkeltjes, tegenwoordig zit op elke straathoek een bank. Bij mij om de hoek zat vroeger een pa-en-moe-koffieshop; het is nu een ingesloten ruimte met twee pinmachines – geen balie of mensen, alleen die twee machines. Omdat vierkante meters in Manhattan de hoofdprijs opleveren, en commerciële grond al helemaal, zien veel kleine winkeliers zich gedwongen om te verhuizen of de zaak te sluiten als hun huurcontract verloopt. De eigenaren voegen eenvoudigweg een nul toe aan de huurprijs en de enige sector die zich dat soort lasten kan veroorloven, is die van de banken. Als je in de Upper West Side komt, zie je overal Starbucks en winkels die deel uitmaken van grote ketens. Manuel is een van de Dominicaanse monteurs en spreekt ongebruikelijk zacht. Hij zegt: “We zijn te eerlijk geweest. We dachten dat we het allemaal goed deden, en uiteindelijk zijn we genaaid.” Twintig Haïtianen komen naar de voorzijde van de garage om met Tom te bespreken wat ze nu moeten beginnen, en ze spreken allemaal door elkaar. Niemand weet het antwoord. Ze hebben een aanbod voor één maand extra salaris als compensatie. Geen gouden handdruk, geen sociaal vangnet zoals in Europa. Uitsluitend de boodschap ‘veel geluk en een mooi leven gewenst’. Zo gaat dat in Amerika. Foto: © Brigitte Vincken

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer