strictly cars with character

Range Rover Evoque: Urban Explorer

20 november 2014
Het lijkt Range Rover er alles aan gelegen om de Evoque te positioneren als terreinwaardige auto. Of de aanwezige 4x4-techniek ooit écht zal worden benut, is nog maar de vraag, maar de introductie liet op een plezierige manier zien dat de Evoque tot aardig wat in staat is. Al sinds zijn presentatie in Detroit in 2008, toen nog als concept onder de naam LRX, wordt in auto- en ook andere kringen over de Range Rover Evoque gezegd dat het een auto voor vrouwen is. Tijdens de officiële onthulling van de productieauto door de eeuwig zuur kijkende Victoria Beckham heeft Range Rover weliswaar toegegeven de Evoque op een vrouwelijk publiek te richten, het heeft er tijdens de persintroductie alle schijn van dat het merk – op het bijna krampachtige af – juist de mannelijkheid van zijn nieuwe product wil bewijzen. Bijna de helft van de tijd die we aan de introductie besteden, bestaat uit off-roaden. Maar ook buiten de Range Rover pr-machinaties om kun je je afvragen of de Evoque wel zo vrouwelijk is. Mannen In het uitgestrekte Wales en in Beatle-stad Liverpool zijn ze inmiddels wel gewend aan de Evoque. Twee maanden lang wordt hier de persintroductie van de nieuwe Range Rover-telg gehouden en hebben de mensen zich inmiddels een goed beeld kunnen vormen van de auto. Tot vervelens toe. Of toch niet? Want terwijl wij verwende autojournalisten standaard een kritische blik opzetten, valt het echt op dat we op elke plaats waar we even stoppen voor een rijderswissel of een foto werkelijk worden beláágd door geïnteresseerde mensen. Mannen. Niks voetbalvrouwen (wat wel weer een beetje jammer is), maar mannen. Mannen die vallen voor de scherp gesneden lijnen van de auto. Mannen die willen weten hoe de auto rijdt. Mannen die er lang naar uitgekeken hebben om de Evoque in het echt, in het wild te zien. En ook jongetjes kijken. Erger nog: jongetjes die dingen over de auto weten die wij, eenmaal thuisgekomen, nog uit de persinformatie moeten halen. Ze willen de auto aanraken, van dichtbij bekijken, even achter het stuur zitten. “My dad wants one of those. (Yeah, right). How does it drive?” vragen ze als ze spelenderwijs aan het stuur draaien. En oh ja, meisjes vinden de Evoque ook mooi. Bunker Maar het uiterlijk is inmiddels al genoeg besproken. Rijden dus. Er liggen fraaie binnenwegen in Noord-Wales in het verschiet, waar we in eerste instantie met de coupéversie doorheen rijden. De Coupé is een unicum in dit segment; in SUV-land voeren immers vierdeurs auto’s de boventoon. Met deze versie probeert Land Rover de gezinstichtende yup uit zijn kleinere, vaak ook sportieve auto te trekken, zonder dat deze hoeft in te leveren op uitstraling en prestaties. De Coupé biedt ontegenzeggelijk beide. De 240 pk sterke benzineversie met tweeliter viercilinder trekt in een ruime zeven seconden naar de ‘100’. Niet supersportief, maar ook niet slecht. De Evoque is comfortabel zonder meteen alle feedback uit het raam te gooien. Het sturen voelt wat licht aan, misschien is het zelfs een beetje ‘week’ te noemen, hetgeen ons na verloop van tijd doet besluiten de MagneRide in ‘Dynamic’ te zetten. Meteen voelen we de hele auto verstijven; vering en besturing veranderen direct van karakter. Prima voor iets steviger bochtenwerk, vooral hier, op de Welsh country lanes. Overhellen doet de Evoque sowieso al niet echt – hij is een slag kleiner dan de Range Rover Sport – maar in Dynamic merk je daar nog minder van. Ondanks dat hij die indruk niet wekt, is de Evoque behoorlijk ruim, ook achterin. De achterzittingen in de Coupé zijn echter niet héél makkelijk bereikbaar. Een ander minpunt is het slechte zicht naar achteren. Via de binnenspiegel kijk je door een nauwe spleet, alsof je in een bunker de vijand in het oog houdt. De enorm grote buitenspiegels compenseren enigszins, maar al met al geeft dat een beetje het idee van een bestelwagen. Ongeschonden Je staat er soms versteld van wat er zich op deze wereld verscholen gaat. Halverwege de route worden we door het hek van een boerenerf geleid en rijden we tussen de schuren door naar achteren, waar zich een onmetelijk groot heuvelachtig terrein openbaart. Hier gaan we de Evoque off-road uitproberen. MagneRide in ‘Sand, snow, gravel’ en vooruit maar. Gangetje van vijftien kilometer per uur en lekker schudden en wiegen over oneffen paadjes vol met keien en af en toe een modderig stukje. Probleemloos. Zelfs als je geen echte terreinspecialist bent, vergeeft de auto je; hij laat je niet in de steek als je stil komt te staan, of je nu in een modderpoel beland bent of tegen een heuvel op staat. Al moet het – en daar moeten we eerlijk in zijn – niet al te zwaar worden, want een low gearing ontbreekt. Het is geen terreinauto. “Sure?” vraag ik aan de instructeur, die ons bij de volgende hindernis opwacht. “Yes”, is zijn korte, resolute antwoord. Ik kijk links van me naar een aanmerkelijk lager gelegen plateau, maar kan niet over de rand heenkijken hoe steil de helling is. Als er al een helling is. Ik vertrouw er maar op dat Land Rover geen zwaar gekneusde journalisten verzamelt. Of misschien dat wel, maar dan in elk geval geen gekneusde testauto’s. ‘Hill Descent Control’ aan, stuur naar links en gewoon gáán dus. Vijf minuten later rijden we weer op de hoofdweg. Alles ongeschonden. Moeten we u nog meer vertellen? Ja, don’t try this at home. Slecht voor je hart. En dat de echte fun nog moet beginnen. In de stad. Spoortunnel Meteen bij het wegrijden voelen we dat de diesel eigenlijk de betere auto is. Vanuit ons hotel zijn we vertrokken in een vijfdeurs Evoque in de luxe Prestige-uitvoering met onder meer mooie, deels roodlederen kuipstoelen en rode stiksels in de zachte polstering. Onder de kap zit de 2,2 liter SD4-diesel van 190 pk en een koppel van 420 Nm. Hij is maar een seconde trager in de acceleratie dan de benzineversie, maar voelt zó veel steviger aan. Rustgevender ook, wat vooral van belang kan zijn als je lange afstanden rijdt. Het enige wat ons later, op de snelweg, enigszins parten zou spelen, was opnieuw dat wat zoekerige stuurgedrag. Je bent voortdurend bezig het stuur fracties te corrigeren. Inschakelen van de Dynamic-mode geeft vooral bij hogere snelheden weer het idee dat het stuur te ‘vast’ zit, dus dat voelde ook weer niet goed. Kan allemaal een kwestie van wennen zijn. Eerst worden we echter, terwijl we slechts een paar straten ver zijn en de motor nog niet eens echt warm is, van de weg af geleid. Opnieuw de diepte in. Wat gaat er nu weer gebeuren? “Zet de auto in de ‘gravel’-stand en rijden maar”, wordt ons uitgelegd. We bevinden ons in een metersdiep gelegen spoorwegbedding en rijden parallel aan roestige rails. Dan doemt ineens een pikdonkere tunnel op. Zo’n oude, ronde spoortunnel. Wow! Het is de Edge Hill-tunnel uit 1830, die diende om goederenverkeer vanuit de stad naar de Liverpool Docks v.v. te brengen. In 1972 is hij buiten gebruik gesteld en de rails zijn er inmiddels verdwenen, maar het terrein is oneffen. Genoeg dus voor twee kilometer off-road urban exploration. Fikse kuilen soms wel, soms niet omzeilend, rijden we door de tunnel, die steeds verder naar beneden afloopt. Het gaat moeiteloos. De xenonverlichting, aangevuld met breedstralers, laat op een bepaald moment de geologische lagen aan de wanden zien. Af en toe valt een vlek licht naar beneden door een van de ventilatiekokers. We zitten behoorlijk diep. Dan verschijnt er licht aan het einde, maar we moeten nog één onverwachte hindernis nemen: water. Het laatste stuk van de tunnel staat blank, en goed ook. Opnieuw erop vertrouwend dat Land Rover geen verzopen testauto’s wil, duiken we erin. Letterlijk. Het water komt tot aan de portierkrukken, maar de auto rijdt – vaart – door zonder ook maar op enige manier te sputteren. Geweldig. PR-stunt Spielerei natuurlijk. Maar wel leuk. Net zoals het tweede waterballet, dat ons later die dag wacht, als we op onder water gelegen rijplaten door het Duke’s Dock rijden (terwijl we via het Surround Camera System onder het wateroppervlak kunnen kijken). Beetje kunstjes doen, gadegeslagen door toeristen en inwoners van Liverpool. Meesterlijke pr-stunt. Je kunt erover discussiëren of al die off-road-techniek wel nodig is, ook al kan het goed van pas komen als je modderrijk terrein wilt verlaten na de paardenrace. Er is echter ook – eveneens uniek in dit segment – een tweewielaangedreven versie. De Range Rover Evoque gaat dus zijn weg wel vinden. Hééft die al gevonden: de eerste duizenden stuks stonden al klaar voor aflevering bij de fabriek in Halewood, vlakij Liverpool. Terwijl de meeste, zo niet alle kopers tot nu toe nog geen meter met de auto gereden hebben. Wel moeten we erbij opmerken dat klaarblijkelijk slechts weinigen voor de meer opvallende kleuren kiezen, terwijl het palet niet eens échte extremen vertoont. Het zij zo. En laten we eerlijk zijn: als urban explorer moet je niet té zichtbaar te werk gaan. Tekst: Martin van der Zeeuw Foto’s: Nick Dimbleby
RANGE ROVER EVOQUE SD4 4WD PRESTIGE AUTOMAAT
Motor 2,2 liter viercilinder turbodiesel
Vermogen 190 pk/140 kW
Koppel 420 Nm
Transmissie Zestraps automaat, 4WD
Gewicht in kg 1.715
0-100 in sec. 8,5
Top in km/h 195
CO2-uitstoot in g/km Vijfdeurs 169, Coupé 174
Maximum doorwaaddiepte in mm 500
Prijs in euro Vijfdeurs 65.900, Coupé 66.900
Vanaf-prijs in euro 42.900 (eD4, Pure-versie, 2WD, handgeschakeld)

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer