De Volkswagen was met de New Beetle zo’n beetje de uitvinder van de retro-styling. Pas na 13 jaar besloot het Duitse merk een opvolger te presenteren en die bevalt ons eigenlijk een stuk beter.
Herinnert u het zich nog, die New Beetle-gekte die er in 1998 in Europa heerste? Lang voordat BMW/Mini, Fiat en Citroën zelfs maar op het idee kwamen, ontstond bij Volkswagen het plan een icoon tot leven te wekken: de Kever, a.k.a. Bug, Maggiolino, Vocho, Fusca, Coccinelle en Jia Ke Chong. Voorafgaand aan de daadwerkelijke lancering draaide VW’s marketingmachine overuren en raakte het publiek dolenthousiast.
Aan de toewijzing van de eerste exemplaren die in Puebla, Mexico van de band zouden rollen moest bijna een loterij te pas komen. Totdat bleek dat er voor de charmes van de ‘New Beetle’ – niks meer dan een omgebouwde en onhandige Golf – krankzinnig diep in de buidel moest worden getast. Daardoor werd de auto, anders dan gehoopt, na de eerste hausse gedegradeerd tot een leuke sidekick in het aanbod, twaalf jaar lang. Een knuffelkar, compleet met schattig bloemenvaasje op het dashboard, girlie as hell. Iets waaraan de in 2003 toegevoegde cabriolet niets kon veranderen. Zo’n 5.600 New Beetles werden er gedurende al die tijd in ons land verkocht.
Peanuts voor Volkswagen.
Toneelstukjes
Is het daarom dat we in Berlijn, tijdens de perspresentatie van de nieuwe Beetle, nauwelijks aan zijn rechtstreekse voorganger herinnerd worden? De aanwezige pers wordt er bedolven onder beelden van echte Kevers en zelfs Herbies, maar de oude New Beetle blijft – afgezien van een voor het hotel geparkeerde 3.2 RSI – in de schaduw staan. En dat is nou ook weer niet terecht, want in de VS deed de auto het best aardig: de productieteller passeerde de 1,2 miljoen stuks. In dertien jaar tijd, maar toch.
Hoe dan ook, de nieuwe Beetle (die vanaf nu zonder ‘New’ door het leven moet) is voorbestemd om een heel wat belangrijkere rol in het VW-gamma te gaan spelen. Dat blijkt in Berlijn uit alles. De verzamelde pers wordt getrakteerd op toneelstukjes, op een mini-tentoonstelling van Kevers voor het hotel aan de Potsdamer Strasse, op een speech van VW-kopman Luca de Meo himself (ja, dezelfde die nog maar kort geleden namens Alfa Romeo de MiTo aanprijsde) en aan het feit dat er voor de gelegenheid middenin Berlijn een compleet Beetle Center verrees, inclusief restaurant, theater, terras en parking. U snapt ‘m: het mocht wat kosten, deze aftrap. Maar het belangrijkste signaal dat Volkswagen in Berlijn gaf ten aanzien van de positionering was de vanafprijs voor de auto: net onder de twintig mille voor het instapmodel. Duizenden euro’s minder dan de oude New Beetle nu, goedkoper zelfs dan de instap-Golf en… precies evenveel als er bij de lancering van de New Beetle 1.6 diende te worden afgerekend. Twaalf jaar geleden!
‘Beetle, Design, Sport’
De popperigheid is er aardig af, blijkt al bij een eerste blik op de parking, waar zo’n veertig Beetles klaar staan. Louter dikke versies: 200 pk sterke TSI’s met zestraps DSG-bak, al dan niet voorzien van een sportonderstel. Ietwat getrimde Golfs GTI eigenlijk. En dan praten we natuurlijk niet meer over twintig mille, maar vermoedelijk over 35-duizend euro. Bedragen die Volkswagen pas medio november gaat prijsgeven, om de eenvoudige reden dat de eerste exemplaren dan de showrooms binnenrijden. In eerste instantie gaat het dan om de 1.2 basisversie met 105 pk en het 2.0 TSI-paradepaard. Later komen daartussenin nog een 1,4 liter benzine (160 pk) en een diesel van 105 pk. Over de komst van een tweede, 140 pk sterke dieselvariant wordt nog nagedacht bij de importeur. De meeste motorversies komen beschikbaar in de uitvoeringen ‘Beetle’, ‘Design’ en ‘Sport’. En – nu weet u echt alles – wie open wil rijden moet tot half 2012 wachten. En ja, hybrideversies komen er (educated guess) ook vast. Eens.
Testosteron
Ook om te rijden is hij stoerder geworden. De (te?) hoge aaibaarheidsfactor van zijn voorganger is verminderd. De daklijn werd verlaagd en verlengd (wie zei daar oer-911?), hij is langer, gespierder, mannelijker zo u wilt. De auto kreeg daarnaast een nieuw en ruimer interieur, er kwam enig kofferbakvolume bij (+100 liter), het dashboard oogt volwaardig en de auto is prettig-straf afgeveerd, ook zonder sportonderstel. Weliswaar presteert de auto niet helemaal als een Golf GTI, maar hij komt wat dit betreft aardig in de buurt. Een aardige machoman dus, maar dan gaat het hier ook om de vaandeldrager. Veelzeggender zijn de rijervaringen met de middenmoters, die in Berlijn schitterden door afwezigheid… In elk geval zijn alle Beetle’s in meerdere kleuren en met lichtmetalen wielen leverbaar die voorbehouden zijn aan dit specifieke model. Retro-details? Een paar: een deel van het dashboard wordt à la de originele Kever in de kleur van de carrosserie gespoten en het handschoenenkastje opent lekker onhandig van onder naar boven – maar wel net als vroeger en dus is het goed. De bloemenvaas verdween (al eerder trouwens). Een aardig verschil met ruim zeventig jaar terug, toen middenin een nogal donkere Duitse periode de eerste Kever werd getoond, was dat er destijds een buizenradio kon worden bijbesteld. Nu betreft het een ziljoen Watt-audiosysteem van Fender. Ja, die van de gitaren.
Heeft het zin gehad, al dat toegevoegde testosteron? Is het nu meer een auto waarmee je je als kerel kunt vertonen? Ach, zie het zo: ten opzichte van de oude New Beetle zijn er enorme stappen gemaakt. Maar de Beetle is en blijft het speelse broertje van de Golf waarop hij verregaand gebaseerd is.
En ‘speels’, past dat woord niet altijd beter bij mascara dan bij betonverf?
Tekst: Carlo Brantsen
| Volkswagen Beetle 2.0 TSI DSG |
| Motor |
2,0 liter viercilinder turbobenzinemotor, |
| Vermogen |
200 pk/147 kW bij 5.100 tpm, |
| Koppel |
280 Nm bij 1.700-5.000 tpm |
| Transmissie |
Zestraps DSG dubbele koppeling |
| 0-100 in sec. |
7,5 |
| Top in km/h |
223 |
| Prijs in euro |
Vanaf 19.990 (1.2), 2.0 TSi circa 35.000 |
| Start levering |
November (1.2 en 2.0 TSi)/diesels medio 2012 |
Herinnert u het zich nog, die New Beetle-gekte die er in 1998 in Europa heerste? Lang voordat BMW/Mini, Fiat en Citroën zelfs maar op het idee kwamen, ontstond bij Volkswagen het plan een icoon tot leven te wekken: de Kever, a.k.a. Bug, Maggiolino, Vocho, Fusca, Coccinelle en Jia Ke Chong. Voorafgaand aan de daadwerkelijke lancering draaide VW’s marketingmachine overuren en raakte het publiek dolenthousiast.
Aan de toewijzing van de eerste exemplaren die in Puebla, Mexico van de band zouden rollen moest bijna een loterij te pas komen. Totdat bleek dat er voor de charmes van de ‘New Beetle’ – niks meer dan een omgebouwde en onhandige Golf – krankzinnig diep in de buidel moest worden getast. Daardoor werd de auto, anders dan gehoopt, na de eerste hausse gedegradeerd tot een leuke sidekick in het aanbod, twaalf jaar lang. Een knuffelkar, compleet met schattig bloemenvaasje op het dashboard, girlie as hell. Iets waaraan de in 2003 toegevoegde cabriolet niets kon veranderen. Zo’n 5.600 New Beetles werden er gedurende al die tijd in ons land verkocht.
Peanuts voor Volkswagen.
Toneelstukjes
Is het daarom dat we in Berlijn, tijdens de perspresentatie van de nieuwe Beetle, nauwelijks aan zijn rechtstreekse voorganger herinnerd worden? De aanwezige pers wordt er bedolven onder beelden van echte Kevers en zelfs Herbies, maar de oude New Beetle blijft – afgezien van een voor het hotel geparkeerde 3.2 RSI – in de schaduw staan. En dat is nou ook weer niet terecht, want in de VS deed de auto het best aardig: de productieteller passeerde de 1,2 miljoen stuks. In dertien jaar tijd, maar toch.
Hoe dan ook, de nieuwe Beetle (die vanaf nu zonder ‘New’ door het leven moet) is voorbestemd om een heel wat belangrijkere rol in het VW-gamma te gaan spelen. Dat blijkt in Berlijn uit alles. De verzamelde pers wordt getrakteerd op toneelstukjes, op een mini-tentoonstelling van Kevers voor het hotel aan de Potsdamer Strasse, op een speech van VW-kopman Luca de Meo himself (ja, dezelfde die nog maar kort geleden namens Alfa Romeo de MiTo aanprijsde) en aan het feit dat er voor de gelegenheid middenin Berlijn een compleet Beetle Center verrees, inclusief restaurant, theater, terras en parking. U snapt ‘m: het mocht wat kosten, deze aftrap. Maar het belangrijkste signaal dat Volkswagen in Berlijn gaf ten aanzien van de positionering was de vanafprijs voor de auto: net onder de twintig mille voor het instapmodel. Duizenden euro’s minder dan de oude New Beetle nu, goedkoper zelfs dan de instap-Golf en… precies evenveel als er bij de lancering van de New Beetle 1.6 diende te worden afgerekend. Twaalf jaar geleden!
‘Beetle, Design, Sport’
De popperigheid is er aardig af, blijkt al bij een eerste blik op de parking, waar zo’n veertig Beetles klaar staan. Louter dikke versies: 200 pk sterke TSI’s met zestraps DSG-bak, al dan niet voorzien van een sportonderstel. Ietwat getrimde Golfs GTI eigenlijk. En dan praten we natuurlijk niet meer over twintig mille, maar vermoedelijk over 35-duizend euro. Bedragen die Volkswagen pas medio november gaat prijsgeven, om de eenvoudige reden dat de eerste exemplaren dan de showrooms binnenrijden. In eerste instantie gaat het dan om de 1.2 basisversie met 105 pk en het 2.0 TSI-paradepaard. Later komen daartussenin nog een 1,4 liter benzine (160 pk) en een diesel van 105 pk. Over de komst van een tweede, 140 pk sterke dieselvariant wordt nog nagedacht bij de importeur. De meeste motorversies komen beschikbaar in de uitvoeringen ‘Beetle’, ‘Design’ en ‘Sport’. En – nu weet u echt alles – wie open wil rijden moet tot half 2012 wachten. En ja, hybrideversies komen er (educated guess) ook vast. Eens.
Testosteron
Ook om te rijden is hij stoerder geworden. De (te?) hoge aaibaarheidsfactor van zijn voorganger is verminderd. De daklijn werd verlaagd en verlengd (wie zei daar oer-911?), hij is langer, gespierder, mannelijker zo u wilt. De auto kreeg daarnaast een nieuw en ruimer interieur, er kwam enig kofferbakvolume bij (+100 liter), het dashboard oogt volwaardig en de auto is prettig-straf afgeveerd, ook zonder sportonderstel. Weliswaar presteert de auto niet helemaal als een Golf GTI, maar hij komt wat dit betreft aardig in de buurt. Een aardige machoman dus, maar dan gaat het hier ook om de vaandeldrager. Veelzeggender zijn de rijervaringen met de middenmoters, die in Berlijn schitterden door afwezigheid… In elk geval zijn alle Beetle’s in meerdere kleuren en met lichtmetalen wielen leverbaar die voorbehouden zijn aan dit specifieke model. Retro-details? Een paar: een deel van het dashboard wordt à la de originele Kever in de kleur van de carrosserie gespoten en het handschoenenkastje opent lekker onhandig van onder naar boven – maar wel net als vroeger en dus is het goed. De bloemenvaas verdween (al eerder trouwens). Een aardig verschil met ruim zeventig jaar terug, toen middenin een nogal donkere Duitse periode de eerste Kever werd getoond, was dat er destijds een buizenradio kon worden bijbesteld. Nu betreft het een ziljoen Watt-audiosysteem van Fender. Ja, die van de gitaren.
Heeft het zin gehad, al dat toegevoegde testosteron? Is het nu meer een auto waarmee je je als kerel kunt vertonen? Ach, zie het zo: ten opzichte van de oude New Beetle zijn er enorme stappen gemaakt. Maar de Beetle is en blijft het speelse broertje van de Golf waarop hij verregaand gebaseerd is.
En ‘speels’, past dat woord niet altijd beter bij mascara dan bij betonverf?
Tekst: Carlo Brantsen