strictly cars with character

MG ZT 260 2004: Brits-Amerikaanse cocktail

14 juli 2015
Operatie geslaagd, patiënt overleden. Dat is in het kort het verhaal van de achterwielaangedreven MG ZT met Amerikaanse V8. Nota bene aan de vooravond van groot onheil schonk MG de wereld een kleine serie bijzondere sedans voor een specifieke doelgroep. Tekst: Natan Tazelaar Fotografie: Ingmar Timmer Een ‘harttransplantatie’ is een relatief weinig toegepaste ingreep bij autofabrikanten. Vaak is dit het gevolg van een gebrek aan eigen middelen, maar het leidt steevast tot interessante resultaten. Ook MG Rover heeft buiten het eigen magazijn moeten zoeken naar een geschikte motor voor het topmodel van de ZT-familie. Tijdens de Autosalon van Genève in 2002 lanceerde de kwakkelende Britse fabrikant de MG ZT 260 V8, die opvallend enthousiast onthaald werd vanwege zijn klinkende prestaties en een afwijkende technische lay-out. De minder krachtige varianten beschikten namelijk over dwarsgeplaatste motoren en voorwielaandrijving, maar voor de 260 gooide MG het radicaal over een andere boeg. Een geschikte en ook relatief voordelige basismotor werd bij Ford gevonden in de vorm van de modulaire 4,6 liter V8, die in de VS voor de Mustang werd gebruikt en zodoende in gigantische aantallen werd geproduceerd. Aangezien deze motor in lengterichting in de ZT geplaatst moest worden, werd de motorruimte grondig aangepast. Tevens werd de auto omgebouwd van voor- naar achterwielaandrijving, waarbij specialist Prodrive een belangrijke rol speelde. Een bijzonder besluit in een periode dat er binnen het concern signalen waren die enorme problemen voorspelden. Blijkbaar waren deze signalen nog niet duidelijk genoeg of werden ze keihard genegeerd, want eind 2003 verkondigde MG trots dat de ZT 260 het nieuwe topmodel was.

Dikke witte wolken

Of de ZT 260 de strijd moest aangaan met de Duitse concurrentie weten we niet, maar het zou lastig geworden zijn. Met ruim 1.600 kilo is de ZT geen lichtgewicht en het vermogen is relatief laag. Zijn bijzondere karakter en de behoefte om af te wijken van het ‘normale’ waren dan ook de voornaamste redenen om voor een dergelijke MG te kiezen. Erg veel is dat overigens niet gebeurd, want afhankelijk van de bronnen die je raadpleegt, zijn er ongeveer 800 exemplaren gebouwd in de periode tussen 2002 en 2005. Tegenwoordig is dat een belangrijk voordeel, want het aanbod is dun gezaaid. Ons exemplaar was er één uit een handjevol dat op dat moment online stond, en leek ons met een kilometerstand van slechts 122.000 en volledige onderhoudshistorie de beste keuze. Garagist en eigenaar Jos Bongers uit het Brabantse Oeffelt heeft al jarenlang ervaring met deze achtcilinder MG’s en overhandigt ons de sleutels. Binnen enkele kilometers worden we echter geconfronteerd met de plaaggeest die in alle Britse auto’s aanwezig moet zijn, want nog voor de V8 op temperatuur is, stijgen dikke witte wolken op vanuit de motorruimte. Na inspectie blijkt de aanvoerslang van de interieurverwarming gesprongen te zijn en hebben we geen andere mogelijkheid dan wachten op hulptroepen om de gestrande MG af te slepen. Bongers laat weten dat het een bekend probleem is bij de ZT 260; later vernemen we via de Engelse MG Owners Club een zelfde verhaal. Met een via hen leverbare, versterkte aanvoerslang is het probleem eenvoudig en voorgoed te verhelpen.

Volledig anoniem

Na een snelle tijdelijke ingreep in de werkplaats sturen we de MG opnieuw de weg op om te ervaren hoe deze Brits-Amerikaanse cocktail zich door het Nederlandse verkeer laat manoeuvreren. Wat direct opvalt, zijn de versnellingsbakverhoudingen; bij cruisesnelheden vanaf ongeveer 100 km/h ben je toch geneigd de vijfbak nog een versnelling hoger te willen zetten om het toerental te drukken. Wellicht een tic als gevolg van moderne bakverhoudingen die gericht zijn op een laag brandstofverbruik. De Tremtech-transmissie in de MG is prima gespatieerd en levert daarom bij vrijwel alle snelheden een lekkere dosis trekkracht. De sonore brom van de achtcilinder transformeert daarbij tot een duidelijk hoorbare roffel, maar blijft altijd bescheiden. Een eigenschap die goed bij het totaalplaatje past, want een ordinaire schreeuwerd kan deze auto zeker niet genoemd worden. Het typisch Britse understatement maakt dit een ideale ‘Q-car’ die volledig anoniem door het verkeer sluipt. Totdat iemand de fout maakt hem uit te dagen – een type auto dat in de VS overigens een ‘sleeper’ genoemd wordt. Niet alleen op korte sprintjes kan de ZT 260 fel van zich af bijten, maar staat ook zijn mannetje op hogere snelheden. Ondanks een prima en weldegelijk comfortabel onderstel is het weggedrag van de ZT duidelijk op sportiviteit gericht. Dwarsrichels en oneffenheden als putdeksels worden met korte droge klappen doorgegeven en op klinkerwegen lijkt het onderstel te gaan dribbelen. Er bestonden plannen om de MG ook met automaat te leveren, net als zijn luxere broer, de Rover 75 V8, die kort na de MG op de markt kwam. Zo ver is het echter nooit gekomen. In 2005 barstte de bom in Longbridge en hield een Brits instituut op te bestaan. Van deze nalatenschap is de MG ZT V8 een bijzonder en in bepaalde gevallen ook zeer vermakelijk onderdeel. We raden echter wel aan om ook een garagehandboek en een goede set gereedschap aan te schaffen, want sleutelen bepaalt zonder meer een belangrijk deel van de beleving. Met dank aan Jos Bongers Bosch Car Service te Oeffelt (NB): josbongers.boschcarservice.nl

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer