strictly cars with character

Peugeot 205 T16 1984: ongefilterd

1 augustus 2016
Het Groep B-rallykampioenschap werd eind jaren tachtig opgeheven. Te gevaarlijk. Te dodelijk. Het was het einde van een era, die naast ongeëvenaard rallyspektakel ook verschillende legendarische homologatiespecials voortbracht. Wij beproeven één van de meest spectaculaire exemplaren daarvan. Kenners en liefhebbers herkennen onmiddellijk de 205 Turbo 16. De auto die in de jaren tachtig met markante Peugeot Talbot Sport-striping talloze rally’s en twee wereldtitels in de wacht sleepte en later nog overwinningen in monsterrally’s als Parijs-Dakar - gehuld in eveneens zeer herkenbaar Camel-geel. Deze vierwielaangedreven Gallische bom met de motor achterin ontstond tijdens de hoogtijdagen van het legendarische Groep B-rallykampioenschap als antwoord op de succesvolle Audi Sport Quattro. Peugeot volgde voor de 205 Turbo 16 het voorbeeld van Audi en was dus niet de eerste met een vierwielaangedreven rally-auto. Het was zeker ook niet de eerste auto met een (achterin geplaatste) middenmotor, want merken als Alpine, Lancia en Renault pasten deze opzet al jaren met veel succes toe. De 205 bleek echter wel de snelste, want met 345 pk aan boord behaalde Peugeot eind 1984 al drie overwinningen en eindigde als eerste in de kampioenschappen van 1985 en ’86 met uiteindelijk zelfs 450 pk. Mede dankzij bommetjes als deze smulde het publiek van Groep B, die qua spektakel en bezoekersaantallen zelfs de Formule 1 voorbij streefde. Steeds snellere auto’s, coureurs – en publiek - die steeds meer risico’s namen en de daardoor uiteindelijk onvermijdelijke dodelijke ongelukken leidden eind 1986 tot het einde van waarschijnlijk de mooiste periode in de rallysport ooit.

Driften

Zelfs stilstaand maakt de T16 al een intimiderende indruk. Een leek zou de auto kunnen verwarren met een 205 GTI, door een amateur getuned en voorzien van een handjevol extra vermogen, maar wie de juiste details weet te spotten ziet de extreme rally-afkomst van de T16 overal. Wie in de jaren tachtig wilde meedoen aan het rally-wereldkampioenschap, moest minimaal 200 straatversies van zijn rallybolide bouwen om het model als productieauto te kunnen homologeren. In een ver verleden heb ik verschillende 205-jes gereden, waaronder de GTI, maar geen enkel detail op dit monster is vergelijkbaar met de reguliere sportieve modellen die Peugeot destijds verkocht. Los van het andere dashboard, de stoelen die elk op een 55-liter brandstoftank gemonteerd zijn en het schutbord met plexiglas ruitje direct achter de zittingen, is ook de rijbeleving totaal anders. De 1.775 cc viercilinder turbomotor moet nadrukkelijk aangespoord worden om soepel weg te kunnen rijden en wil soms zelfs bij stationairloop nog wel eens afslaan. Onder 3.500 tpm is de motor ronduit lui en lijkt geen enkele ambitie te hebben om snelheid te maken. Heerlijk, die techniek uit de jaren tachtig. Richting de 4.000 tpm meldt de turbocompressor zich met een opgewekte fluittoon, springt de Peugeot opeens vooruit en rent de naald van de toerenteller richting de 7. De turbo blijft vol op druk wanneer voorbij de 6.000 tpm wordt overgeschakeld en zodoende blijft de acceleratie maximaal. In vergelijking met sportieve modellen van tegenwoordig is de absolute versnelling niet eens indrukwekkend. Het is de manier waarop de auto zijn vermogen afgeeft en hoe het onderstel hierop is aangepast.

Gezond verstand

Van de aandrijfkracht gaat 70 procent naar de achteras, dus voluit wegblazen bij een T-splitsing is geen aanrader. Wie niet bang is voor een uitzwaaiende achterkant kan prachtig vloeiend driften met de T16, waarbij de achterwielen ruim voldoende kracht leveren om de auto dwars te houden, maar de voorwielen net voldoende ‘trekken’ om de auto over vier wielen naar de buitenkant van de bocht te laten glijden. Door de middenmotor en de enorme brandstoftank tussen de assen is de balans perfect en het relatief zachte en volledig onafhankelijke onderstel laat ruim op tijd weten wanneer de achterkant of de voorkant grip dreigt te verliezen. Dat laatste komt overigens sneller voor, want overstuur moet nadrukkelijk opgewekt worden met een forse dosis gas boven de 5.000 tpm en liefst ook een felle links-rechts of rechts-links beweging van het stuur. Simpelweg hard een bocht insturen leidt tot onderstuur, maar dat is relatief te neutraliseren met een trap op het gaspedaal. Zorg dan wel dat de turbocompressor al op druk is, want halverwege de bocht abrupt een forse hoeveelheid extra vermogen richting de achterwielen sturen bij een wielbasis van slechts 254 centimeter is een recept voor ellende. De 205 T16 is volledig opgetrokken uit ongefilterde techniek die je helemaal zelf moet bedienen; hij communiceert direct, maar spreekt alleen de taal van professionals. De T16 vertelt je doorlopend en in kernachtige taal wat er gaat gebeuren, maar begrijp je zijn signalen niet of reageer je te laat, dan ga je knalhard op je gezicht. Tegenwoordig hebben hot hatches zaken als stabiliteits- en tractiecontrole, elektronisch gestuurde dempers en differentiëlen en andere hulpmiddelen. De T16 is een enthousiaste jachthond die door een daadkrachtig baasje onder appél moet worden gehouden.

Gesneuveld

Ruim dertig jaar na zijn introductie is de Peugeot 205 uitgegroeid tot een klassieker. De GTI-varianten beginnen geleidelijk aan verzamelobjecten te worden. Maar de T16 staat op een totaal ander niveau, omdat de auto technisch vrijwel niets met de productiemodellen te maken heeft. Dat is het best te zien wanneer de gigantische achterklep geopend wordt en de rallytechniek bloot komt te liggen. Meteen is de afwijkende opzet zichtbaar met de centrale en achterste differentiëlen in het midden, de viercilinder rechts, de versnellingsbak links en de turbocompressor met enorme tussenkoeler erboven. Ook is goed zichtbaar dat het chassis speciaal ontwikkeld is, met een centrale kooiconstructie waaraan de motorkap bevestigd is en scharniert. Achteraan is een subframe bevestigd voor motor en achterwielophanging. De helft van het dak en de volledige achterkant maken dus geen deel uit van de dragende constructie, zoals bij de productiemodellen. De T16 is uniek, waardoor de prijs moeilijk te bepalen is. Een deel van de 200 homologatiespecials is later omgebouwd (of gestript) en ingezet in de rallysport, een ander deel is gesneuveld door incapabele bestuurders en daarmee zijn er nog maar weinig volledig originele exemplaren te vinden. Een prijs van tussen de één à anderhalve ton lijkt dan ook een redelijke schatting. Dat bedrag valt verhoudingsgewijs enorm mee, want onlangs ging één van de originele kampioenschapsauto’s van rallylegende Ari Vatanen ter veiling bij RM Auctions voor een bedrag van tussen de 600.000 en 800.000 euro. Dan hebben we het over de originele 205 T16 Evolution waarmee de Fin in 1985 de rally van Monte Carlo en de rally van Zweden won en dus ook een auto die dat jaar heeft bijgedragen aan de constructeurstitel van Peugeot. De biedingen bleven steken op een half miljoen euro en het feit dat dit niet genoeg was, zegt enorm veel over de status die Groep B-auto’s inmiddels hebben bereikt. Als meest succesvolle rallywagen ooit en één van de beroemdste deelnemers uit zijn tijd zal de Peugeot 205 T16 altijd een hoogtepunt blijven in de autosporthistorie van Peugeot en een vrijwel onbereikbare droomauto voor hen die een rally-icoon voor straatgebruik op het wensenlijstje hebben staan. Tekst: Natan Tazelaar Fotografie: Ingmar Timmer

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer