strictly cars with character

Lexus LC 500/LC 500h: Echte aanwinst

24 oktober 2017
Als aan de grond genageld staan we, zojuist geland in Milaan, bij de aanblik van die in niets op een andere sportauto gelijkende reuzencoupé. Een soort grondhaai. Hij is echt prachtig, zelfs dramatisch prachtig, deze nieuwe Lexus LC500. Oog in oog met de nieuwe Lexus LC 500 lijkt hij met de lange divergerende straallijnen en abrupte verticale onderbrekingen in de vorm van lucht- en lichtsleuven en snijvlakken (begrenzing achterzijde) nog exorbitanter dan de LFA-supersport waarop zijn ontwerp is gebaseerd. “Nooit meer zal Lexus saaie modellen maken”, klonk het in 2012 op de Detroit Motor Show, waar het prototype van deze LC dan ook pardoes goed was voor de ‘Eyes On Design Award’. Vijf jaren ontwikkeling waren nodig om de LC 500 productierijp te maken. Vooral vanwege de ontwikkeling van een nieuw ‘GA-L’-platform – van Global Architecture Luxury-vehicles – dat ook voor toekomstige achterwielaangedreven modellen gebruikt zal worden. Vanaf het vliegveld staat ons een testroute te wachten die ons naar en over bergroutes in Zwitserland en Oostenrijk zal leiden, waarna wij via Duitse Autobahnen tenslotte koers zullen zetten naar München. Ons aldus het ganse spectrum aan rijomstandigheden met deze nieuwe Sport-Lex biedend. En wel in beide uitvoeringen. Te weten de LC 500 met atmosferische 5,0-liter V8 en de LC 500h met 3,5 V6, wiens kleine ‘h’ natuurlijk voor ‘hybrid’ staat.

Hoogste spanning

Maar eerst de persconferentie. Exotische termen en feiten zijn niet van de lucht. Meer dan ooit zou er bij deze LC 500 sprake zijn van de ‘Takumi’-vakmanschap, duidend op een ultieme Oosterse bouwmethode en dus kwaliteit. Bijzonder is de aanprijzing van vele sporttechnieken in deze LC 500, geïnspireerd op de eerdergenoemde mythische LFA-sportwagen, terwijl aan de andere kant juist uitdrukkelijk op het luxueuze en comfortabele van de propositie werd gewezen. “The focus of the LC500 is on the open roads, not on the track.” Niettemin volgen opnieuw sportieve feiten. Zo blijkt er bij de LC500 sprake van het stijfste en lichtste onderstel dat Lexus ooit bouwde. Dat de bestuurder een unieke zitpositie heeft: zo diep en centraal mogelijk ten opzichte van het zwaartepunt voor een optimaal contactgevoel met de auto en zijn bewegingen onder sportieve omstandigheden. En dat beide versies voor dat doel ook een optimale voor/achter gewichtsbalans hebben, namelijk 52:48 voor de V8-versie en 51:49 voor de V6h. U begrijpt: ieders verwachtingen raakten ten hoogste gespannen.

De begeerte te bezitten

We vangen de testroute aan in een LC 500h; de hybrideversie wiens 3,5-liter VVT-V6 goed is voor 295 fossiele pk’s, maar die er langs elektrische weg 59 paarden aan toevoegt voor in totaal 354 pk’s. En wel zonder stekkers of snoeren, want stroom is afkomstig uit een kleine (luchtgekoelde) accu tussen achterzittingen en kofferruimte, die langs kinetische weg wordt bijgeladen. Het is uiteraard allemaal te doen om een hoog vermogen bij een laag verbruik en ook een lage CO2-uitstoot. Daarom is in deze h-versie een automatische ‘Multi Stage Hybrid Transmission met tien kunstmatige fases toegepast die overigens naar believen ook via stuurflippers manueel te schakelen is. We voelen ons – en zijn dat daadwerkelijk – dan ook onderweg met iets heel bijzonders. Moeiteloos en zijdezacht voortzoevend, de V6 slechts in verre diepten hoorbaar, waarbij die luxesensatie door de transmissie wordt vergroot, doordat die met zijn planetaire tandwielstelsels een veelvoud van die tien gesimuleerde versnellingen doet voelen. En daarmee een magistrale vermogensbreedte. De bak kan à propos zelfs de V6 uitschakelen, wanneer de omstandigheden dat toelaten. Zij het om elektrisch voort te gaan, dan wel bij coasting (geen vermogensvraag op hoge snelheden, zoals bergaf). Endless power is hoe dan ook de voortdurende sensatie. Via kick-downs roepen we ook enkele malen max-power op en worden niet alleen het fraaie huilen van de V6 gewaar, maar ook een fel aangrijpen en accelereren. Ook op het inmiddels sterk klimmende en ook bochtige bergparcours laat de LC 500h zich moeiteloos voortjagen. We accelereren enkele malen keihard om voorliggers nog voor de bocht in te halen, hetgeen met evenzo bliksemsnelle en keiharde krachtexplosies verloopt. In echte serpentines waar we de Lexus op hoge snelheden in- en met vermogen weer uitsturen is trouwens niets van het wagengewicht van twee ton voelbaar. Hooguit is er wat – vanzelfsprekend – onderstuur. En dan de autosnelweg: voluit met die Lex. De eerste vier, vijf – of waren het er acht? – van tien versnellingen helemaal uitdraaiend, andere auto’s naderend als waren het stilstaande objecten. Die vervolgens als in een flits naast je teruggeschoten lijken te worden en in je spiegels verdwijnen. Exact ‘250’ op de fraaie – en qua graphics per rijmodus veranderende – teller haalden we. Om de laatste kilometers heerlijk rustig op ‘150’ bij nog geen 2.000 tpm af te leggen. De begeerte deze futuristische auto te willen bezitten is volledig. Een volwaardig concept; onze hebzucht evenzo vol waardig. Wat meer kan een mens willen?

Alle overwegingen overboord

Welaan: een atmosferische V8 is wat we willen. “We are very proud to present an atmosferic V8!” klonk het tijdens eerdergenoemde persconferentie. Sympathiek, maar ook curieus nu Lexus al jaren V8’en toepast. Waarschijnlijk bedoelt men: ‘we are very proud to maintain an atmosferic V8” Want het (in-)bouwen van dergelijke krachtbronnen in deze tijd van energietransitie en downsizing is niet onbekommerd te doen. Zo dient de Nederlandse consument in elk geval een halve euro-ton extra voor de LC 500 ‘petrol’ te betalen, ook al bezit de achtcilinder dan die milieu-ontziende Atkinson-draaimodus. En dat terwijl de nettoprijzen voor de V6-h en de V8 juist gelijk konden worden gehouden. Maar voor dat geld krijgt men wel een FOHC 32-kleps powerhouse dat 477 pk en 540 Newtonmeters levert. Veel. Hoewel dit soort motoren tegenwoordig rond 600 en meer paarden levert. Alle overwegingen op het gebied van centjes en milieu overboord, zodra we achter het stuur van een spierwitte Lexus LC500 V8 met Sportpakket (21-inch wielen, carbonfiber dakpartij, actieve achterspoiler, sperdifferentieel, meesturende achterwielen, kuipstoelen) zitten en de zaak maar meteen opentrappen.

Semi-onbegrijpelijk

Een krachts- en vooral geluidsinferno van de eerste orde dat ook via een akoestische pijp in het interieur wordt geleid. De V8 maakt met vurige gretigheid toeren en blijft zelfs nog tot boven ‘7.000’ doorlopen; sensationeel. En dat tien fases achtereen, nu ook hier sprake is van een tienbak, hoewel hier een conventionele automaat, die echter vanwege de hoeveelheid verzetten een primeur is. Razendsnel en glad heen- en ook terugschakelend, in ‘Sport-stand zijn versnellingen langer vasthoudend, maar laat zich ook in manuele stand flitsend en gehoorzaam schakelen. De te bedrijven excessen met deze LC 500 V8 zijn immens. En daarbij goed voelbaar, doordat het onderstel duidelijk ‘werkt’. Daarover gesproken: de meesturende achteras – met het effect van het verkorten of juist verlengen van de wielbasis – vergt qua gevoel weldegelijk gewenning. Zo direct en semi-onbegrijpelijk snel als de LC 500 dan instuurt en rotsvaste bochtensnelheden haalt. We schreven het eerder: daarmee dient men echt te leren hardgaan. Ten slotte op het laatste stuk Autobahn exact ‘280’ op de teller. Beest van een kar. De Lexus LC500 is een aanwinst in het H-segment: een unieke auto. Lexus weet dat en mikt voor 2018 op zesduizend verkopen wereldwijd, duizend daarvan in Europa. Van Lexus-officials vernamen wij dat er zelfs al Porsches en Ferrari’s op deze Lexus zijn ingeruild. In Nederland zijn op dit moment van schrijven vijftien stuks verkocht, twee daarvan de V8-versie, en met die voorkeur stemmen wij nu eens volledig in… Door: David Bakels

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer