strictly cars with character

Ommetje met… Jaguar XJ 12 Series III

21 oktober 2014
Ineens is hij echt oud geworden; zo’n Jaguar XJ Series III. Maar dat maakt hem eerlijk gezegd opniéuw begerenswaardig. Een type auto dat van 1968 tot 1992, dus bijna een kwart eeuw, in exact deze vorm de koningsklasse der automobielen vertegenwoordigde, die zit natuurlijk diep in ieders vezels, brein, gedachten. Niet in de laatste plaats bij de fabriek zelf. Er was een bominslag als de huidige XJ voor nodig om ineens met alles af te rekenen. En die de Series III dus tot een echt oude auto maakte.

Weerbaar

Daar staat hij: de waarschijnlijk mooiste Series III die nog over is. Een achttien jaar oude twaalfcilinder in Vanden Plas-uitvoering. Zijnde de, zeg maar, Amerikaanse versie van de ‘Daimler’. Het is bovendien één van de allerlaatste honderd genummerde exemplaren, en die voor de Canadese markt waren bedoeld. Een koperen plaatje op de middenconsole met inscriptie en nummer geeft dit aan. De auto is destijds echter nieuw besteld bij het toenmalige Hessing De Bilt en werd onlangs ingeruild bij Kroymans Hilversum met alle onderhoudsboekjes keurig afgestempeld in het dashboardkastje. Zelfs naast alle nieuwe en gebruikte vetglanzende Jaguars staat hij met zijn ‘afwijkende’ sidelights en specifieke sportwielen (Europese XJ’s hadden zogenaamde ‘pepperpot’-wielen, maar dit exemplaar bezit de sportieve wielen van de toenmalige XJS) aannemelijk weerbaar te zijn. Als een oude, maar intussen nog steeds om zijn macht gevreesde vorst. Want die laatste Series III’s waren, zoals genoegzaam bekend, steengoede auto’s. Alle ellende was eruit gevloekt door klanten, dealerpersoneel en ein-de-lijk ook door de fabriek zelf.

Ongenaakbaar optreden

Niet dat alle XJ’s zulke morsige karren waren, maar er waren in sommige productieruns domweg soms nog wel eens wat, laten we zeggen, ‘terugkomende kleinere en grotere foutjes’. Soms. Nou goed dan: soms wat vaak. En van de gekste soorten. Van compleet afbrekende suspensies tot rare elektrische dingetjes. En van onoplosbare – ontraceerbare – waterlekkages (olielekkages tellen niet: die horen erbij) tot mysterieuze, door de hele auto trekkende trillingen en resonanties. Gek was ook wel een beetje, dat die gebreken na reparatie doodleuk opnieuw optraden. Maar als gezegd: die laatste V12 Jags met hun door Pininfarina verfraaide koetswerk (een iets opgehoogde dakpartij, grotere, meer rechtopstaande ruiten en een meer geprononceerde heupknik) waren goed! Je kon er domweg bedrijfsmatig en bedrijfszeker veel en zelfs hard mee rijden. Elke dag weer. En uiteraard op zijn mooist voorrijden. Voorglijden. Want zijn optreden was altijd al ongenaakbaar. Over ‘hardrijden’ gesproken: ook toen al – juist toen, moeten we zeggen – waren Jaguars sportief rijdende limousines. Met zo’n 5,3 liter V12 met ‘May’ cilinderkoppen en verhoogde compressieverhouding kwam niemand al iets te kort, maar het was juist de brede en onverzettelijke manier waaróp, die verslavend werkte. Ondanks de bijna ongeloofwaardige rust en stilte van het voortgaan voelde je via dat dunne stuurwiel toch de samenstelling van het asfalt. Ophanging en afstellingen met inboard-schijfremmen en dubbele schokbrekers in de achterbrug moedigden warempel sportief rijden aan!

Penseel en witte verf

Er zijn van deze Series III tussen 1979 en 1992 een dikke 133.000 stuks vervaardigd. Dus veel meer dan van de parallel aan deze geproduceerde ‘nieuwe’ XJ (U weet wel, die met die rechthoekige koplampen, codenaam XJ40). Maar zo duur als de Jaguar XJ Series III was om te maken, zo zullen en kunnen auto’s nooit meer worden gebouwd. Kijk naar zo’n motorkap en die voorschermen. Die wenkbrauwen, waaronder zich de vier koplampen bevinden, het hang-, sluit- en paswerk daarvan, de extra stansgangen voor de reliëfs en straallijnen van alle overige plaatwerk, die inox-raamlijsten. Alles van een bijzonder soort – dikker – plaatstaal ook nog. En dan dat interieur, waarin fauteuils, instrumentatie en zelfs ook de beschikbare ruimte in dienst lijken te staan van die prachtige carrosserievorm. En dus niet andersom, zoals nu. Er is niet gewoekerd met de ruimte, ondanks dat de XJ nou niet echt een ruime limo was. Het interieur is en blijft echter van onovertroffen schoonheid met dat houten dashboard en die prachtig klassieke, analoge meters waarvan de cijfers schijnbaar met penseel en witte verf zijn aangebracht. Of die zwaar chromen dan wel bakelieten knoppen, elk met hun omlijstingen, en die vintage stuurverstelling met conische naaf. Alles ook nog grotendeels van Engelse makelij. Dat kon en kan nu allemaal niet meer uit.

Keuren en monsteren

Hoogste tijd voor een ommetje! We zijn verwend, met al die hyperauto’s van nu. Zelfs dat een Rolls naar een BMW ruikt, een Bentley naar een Audi en een Jaguar naar een Ford. Dus bij het instappen in deze Britse Jaguar ben je pardoes betoverd door zijn Britse geur en sfeer. De benen diep onder het dashboard, het stuur dat verticaal voor je staat. Het razendsnelle gieren als de startmotor twaalf potten aandraait. Het massale suizen als die aanslaan en stationair draaien. ‘Nullast’. Even rondkijken. Genieten. Keuren en monsteren ook. Past dit nu nog? Bij mij? De slanke chromen pook in ‘D’, rem lossen, en weg glijden we. Direct openbaart zich weer die sensatie van hardheid vanuit de suspensie en het stuur bij het tegelijkertijd uitdempen van oneffenheden. Waar je ook rijdt, steeds die stille kracht van de V12 met zijn titanenkoppel. In de bebouwde kom moeiteloos zoevend en licht sturend, en op buiten- en snelwegen echt oppermachtig cruisend. Ja, welzeker met bijna ‘moderne stilte’. We hebben op die manier een uur gereden, maar waren eigenlijk al in vijf minuten weer betoverd. Zo goed en ‘actueel’ als de auto aanvoelt. Zo fraai en trots datgene wat hij uitstraalt; niet in de laatste plaats honderd jaren Britse glorie. Minder actueel lijkt het benzineverbruik, zo snel zien we de meter teruglopen. ‘Eén op zeven’, zei de fabriek destijds, maar één op drie à vier is moyenne. Maar wat maakt ons dat eigenlijk uit? Juist leuk om over te vertellen! En zo niet: je hoéft hem niet te kopen?! Tekst: David Bakels Foto’s: Tygo Müller
Jaguar XJ Series III Vanden Plas 1992
Motor 5,3 liter V12 met multipoint-injectie
Vermogen 290 pk/213 kW bij 5.750 tpm
Koppel 436 Nm bij 3.250 tpm
Transmissie Automatische GM-driebak, achterwielaandrijving
Gewicht in kg 1.900
0-100 in sec. 7,8
Top in km/h Meer dan 235
Laatst bekende nieuwprijs in guldens Circa 200.000
Huidige vraagprijs in euro 19.950

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer