Opel doet lekker eigenwijs met zijn GT Concept. Waar de meeste merken uitpakken met grote motoren of imposante hybride-aandrijvingen houdt Opel het bij een 1,0-liter driecilinder.
Op de Internationale Autoshow van Genève (3 t/m 13 maart) wil Opel bezoekers naar zijn stand trekken met de zeer opvallende Opel GT Concept. “De GT Concept laat zien waarvoor Opel nu staat. We zijn zelfverzekerd, ambitieus en innovatief. Met elk nieuw model willen we meer klanten voor ons merk winnen”, aldus het merk.
De designtaal van de GT Concept is sterk gebaseerd op de vroegere Opel GT (de lange motorkap, het ontbreken van een kofferdeksel en de centrale dubbele uitlaat) en de Monza Concept. Minder is meer is daarbij het devies, dus heeft de GT Concept geen portiergrepen, geen buitenspiegels en zelfs geen ruitenwissers. En er zijn meer verwijzingen naar de merkhistorie. Zo verwijzen de rode voorbanden op velgen met een rolschaatsdesign naar de Opel-motorfiets Motoclub 500 uit 1928.
Hoe vernuftig de auto ook in elkaar steekt – koplampen met driedimensionale projectietechnologie, camera’s in plaats van spiegels en elektrische portieren met geïntegreerde ruiten – als krachtbron is gekozen voor een alledaagse 1,0-liter driecilinder turbomotor die we kennen uit de ADAM, de Corsa en Astra. In de GT Concept levert hij, gelegen achter de vooras, 107 kW (145 pk) en een maximumkoppel van 205 Nm. De 1.000 kilo zware tweezits sportcoupé weet er binnen 8 seconden van 0-100 km/u mee te sprinten. De GT Concept kent achterwielaandrijving en een sequentiële zesversnellingsbak.
