Na in China al zo’n 193.000 auto’s te hebben verkocht acht de firma NIO de tijd rijp om Europa te veroveren. In Noorwegen heeft de Chinese bouwer van louter elektrische auto’s al een bruggenhoofd geslagen, nu is ons land aan de beurt. Belangrijkste wapen: verwisselbare accupakketten.
Dat ‘de Chinezen komen’ is al langer bekend in autoland. Kostte het de Japanse merken dertig jaar en de Koreanen twintig jaar om arrivé te zijn op de Europese automarkt, het zou de Chinese automakers wel eens in tien jaar kunnen lukken. De operette rondom de Landwind uit 2005 even buiten beschouwing latend, slaan de Chinezen gewoon de verbrandingsmotoren over en duiken ze zó het elektrische tijdperk in: zie MG, Polestar, Aiways en Lynk & Co. En dan is NIO nog onderweg; een elektromerk dat zich bij ons nog steeds presenteert als een startup.
Laadstress
Verwisselbare accu’s. Ruim tien jaar geleden probeerden Renault en Nissan dat al in samenwerking met Better Place uit Israël. Maar van de eerste auto die met die techniek werd uitgerust, de Renault Fluence, viel de verkoop bitter tegen. NIO komt nu echter op de markt in een tijd waarin ‘laadstress’ niet meer de betekenis heeft van bereik (‘haal ik mijn bestemming wel met deze acculading?’) maar eerder van laadproblematiek (‘vind ik wel een laadpaal als ik op mijn bestemming ben?’). Dan is een systeem waarbij je in korte tijd van accu kunt wisselen – niet ongelijk aan de boormachine die met een ‘klik-klak’-moment nieuwe energie krijgt – welkom.
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 6/2022. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).