strictly cars with character

Nissan GT-R: vergeten furie

7 mei 2020

In de hype rond alle futuristische, half zelfrijdende en hybride supersporters zou je bijna vergeten dat Nissan nog steeds de GT-R verkoopt. Een auto die ondanks zijn leeftijd menig scherpgesneden sportwagen de vernieling in rijdt. Erik Kouwenhoven ging op pad met Godzilla II.

Als we in de namiddag arriveren bij Hotel de la Source, aan het einde van het rechte stuk op het circuit van Spa-Francorchamps, weet ik weer waarom ik zo van mijn vak hou. De zon schijnt, het is een graad of 24 en het vriendelijke hotelpersoneel staat te popelen om je bagage aan te nemen. We hebben zojuist asfaltverschroeiend hard gereden op de Duitse Autobahn, binnen wacht een verkoelende douche en iets verderop staat m’n instructeur al glimlachend te wachten voor een gezellig ritje over het aanpalende circuit. Ik deel in zijn feestvreugde, want het vooruitzicht dat ik straks op topsnelheid door een droge Eau Rouge ga knallen maakt me blij. Grote blij.

Playstation

Eerst even terug naar 2007. Plotseling was hij daar, de Nissan GT-R. Een rijstraket in een landschap vol steigerende paarden en briesende boxermotoren. Maar wel een auto die destijds uit het niets een nieuwe standaard neerzette in de sportwagenwereld. Een Japans monster, dat zowel de Europese als de Amerikaanse supersportwagens meesleepte naar een wereld met bijna 500 pk sterke motoren, waarin een rondje Nordschleife niet langer dan 7:30 minuut hoefde te duren. Een auto ook, die bijna direct een legendarische status verwierf onder de jeugd - of althans: de jeugd die van videospelletjes en Fast&Furious-films houdt. Voor hen is de GT-R net zo’n icoon als voor ons de Ferrari Testarossa uit Miami Vice. Inmiddels zijn veel van deze computernerds uitgegroeid tot vermogende ondernemers. Vandaar dat Nissan tot nu toe weinig moeite hoeft te doen om van zijn GT-R’s af te komen, ondanks het feit dat deze Japanse auto in de meeste landen rond de 100.000 euro kost.

Weg plastic

Goed, tijd voor een hernieuwde kennismaking, nu Nissan geprobeerd heeft de zwakke punten van de GT-R weg te poetsen. De grille is verchroomd en breder geworden om de motorkoeling te verbeteren, de koplampen werden vernieuwd en de motorkap werd hertekend. Binnen zien we niet langer glimmend zwart plastic, maar leder in combinatie met koolstofvezel en alcantara. Of veel kopers zullen kiezen voor het kameelkleurige leer van het testexemplaar is de vraag, maar de afwerking is nu net zo goed als in een gemiddelde Franse auto. Dankzij de montage van een touchscreen scherm konden exact zestien knoppen uit het interieur verdwijnen. En de schakelflippers verhuisden van de stuurkolom naar het stuur zelf.

Analoog

Dan het mechanische deel. Nog altijd laat de aandrijflijn van van zich horen bij lage snelheden, maar de klakkende geluiden van de cardan zijn minder storend dan vroeger. Het antigeluid- systeem van Bose doet zijn werk goed, het nieuwe glaswerk houdt geluiden van buiten beter tegen en de titanium uitlaat met soundprocessor zorgt voor extra beleving. Hierdoor - en door de besturing die levendiger wordt naarmate je harder en sportiever rijdt - heb je niet langer het gevoel dat je achter een Playstationstuur zit. De auto is analoger geworden, meer een rijdersauto dan een supercomputer op wielen.

Twee golftassen

Toen we eerder door Duitsland trokken realiseerde ik me tot mijn schande dat ik de GT-R eigenlijk al bijna vergeten was. En dan vooral: hoe goed de auto is. Want kijk, als je een groottoerist als deze Nissan óók goed wilt laten presteren op een circuit heb je doorgaans te maken met een auto die op de normale weg te stijf is en elke oneffenheid in het wegdek aan je doorgeeft. Doodvermoeiend. Maar de GT-R is een toerwagen par excellence! Zet de cruisecontrol op 130 en je waant je in een Mercedes E-Klasse. Snel, stil en comfortabel brengt hij je waar je naartoe wilt. Minpuntjes? Het stevige verbruik en de absentie van een zevende versnelling, voor een iets rustiger toerental bij hoge kruissnelheden. En oh ja, de achterbank hadden ze beter weg kunnen laten. Alles wat benen heeft moet komen invliegen op het vakantieadres. Enige bagage is echter geen probleem, de achterbak slokt met gemak twee golftassen op.

En het rijden met de GT-R? Dat is puur genieten. De mechanische stuurbekrachtiging voelt lekker vlezig aan en de acceleratiegolven lijken nooit te eindigen. Nimmer eerder verschalkten wij zo moeiteloos plat op hun tank liggende motorrijders. Zelfs bij een vaartje van 230 km/h voel je nog een duw in je rug wanneer je het gaspedaal vloert. De remmen hebben weliswaar niet de ‘bite’ van een Porsche 911 Turbo, maar dat zal te maken hebben gehad met het feit dat onze testauto’s al een paar sessies op Spa achter de kiezen hadden.

Sitting duck

Dat de remmen zijn opgewassen tegen hun taak blijkt nadat we één voor één de baan zijn opgereden. Mijn instructeur is Andy Carlisle, een Brit die vooral indruk maakte op motorrijders door op een straatmotor in 7:10 minuut de Nordschleife te ronden en daarmee recordhouder is. Als hij even niet op een motorfiets zit, werkt hij als race-instructeur. En vandaag is hij dus sitting duck naast journalisten die - als hij pech heeft - indruk willen maken op de snelle Engelsman. Vandaag heeft hij geluk, want hij rijdt. Ik ben hier slechts om te kijken of de Nissan ook weet te overtuigen als het gaat om het R-gedeelte van zijn naamgeving. Mijn eigen rondjes zijn daarbij geen referentie, de drie flying laps van Carlisle wél. En dus zet ik me even later schrap als hij op topsnelheid aanstuurt op Eau Rouge. Dat is weliswaar de beroemdste bocht ter wereld, maar lang niet zo indrukwekkend als Raidillon, die daarop volgt. Bij Eau Rouge - een harde links/rechts combinatie voordat de weg negentig meter omhoog gaat - word je in de knik zó hard in je stoel gedrukt dat je vreest dat er een wervel uit je kolom wordt geperst. Daarna wijst de neus van de auto naar boven en voel je alsof je niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk onderweg bent naar de hemel.

En dan moet Raidillon nog komen. We praten dan over een harde linkerbocht - althans als Carlisle rijdt. Maar omdat je hier ook bovenaan de heuvel arriveert, is de bocht eigenlijk ‘blind’. En dus moet je vooraf weten waar je op richt en dan maar hopen dat alles goed komt. Eenmaal boven voel je je als een vis die een val inzwemt. Er zijn bijna geen uitloopmogelijkheden. Stel dat je daarvan schrikt en je gaat van het gas af, dan eindig je na een panoramische remweg in de muur.

Vertrouwenwekkend

Zo niet in de GT-R, die als door een onzichtbare hand door de bochtencombinaties wordt geduwd. Deels geholpen door de vierwielaandrijving, deels door het actieve differentieel en deels door het onzichtbare brein van de auto dat alle systemen met de rekenkracht van ruimtestation ISS aan elkaar knoopt. En toch doe je het allemaal zelf. Want sturen, gas geven en remmen doet de Nissan allemaal niet voor jou. Ook de hardware is prima voor elkaar. De auto geeft geen krimp, nergens is een rammeltje of kraakje te bekennen en de remmen functioneren zelfs nog wanneer ze worden ondergedompeld in lava, zo lijkt het. Hoewel de auto initieel onderstuurd reageert, laat de achterzijde zich eenvoudig omzetten. Pas wanneer de computer denkt dat je in de problemen raakt, worden de voorwielen bijgeschakeld en trekt de voorzijde de auto uit de slip. Maar de belangrijkste positieve eigenschap van de GT-R is dat de auto vertrouwen wekt. Niemand is bang in deze auto, want je weet dat hij alle omstandigheden aan kan. En iedereen kán ook hard in de GT-R: de auto is net zo toegankelijk als een minister op verkiezingscampagne.

179.525 euro

Gevoelsmatig functioneert de GT-R minder steriel dan zijn voorganger, die qua beleving wat digitaal overkwam. Maar misschien is het allemaal perceptie, want tegenover het plastiekerige interieur van zijn voorganger is de nieuwe binnenzijde een verademing. Helaas stond de navigatie nog niet ingeregeld op de extra twintig paardenkrachten van het nieuwe model. Het systeem bleef permanent een meter of honderd achterlopen op de actuele situatie. De Nissan GT-R is helaas het slachtoffer van onze bpm-regels, met als gevolg dat de auto hier anno 2020 exact 179.525 euro kost. En dat is fors meer dan de 120.000 euro waarvoor de GT-R in 2009 nog van eigenaar wisselde. Binnenkort slaat Nissan terug, met een hoogstwaarschijnlijk hybride opvolger voor deze befaamde rijstraket. Tegen die tijd maar eens kijken voor een tweedehandsje.

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer