strictly cars with character

Kort gesproken: Ivo Groen, designchef bij DS Automobiles

9 oktober 2019

De Nederlander Ivo Groen is Vice-President Design Programs DS Automobiles – designbaas bij het merk dus. Onlangs jureerde hij bij het Concours d’Elegance Paleis Soestdijk. Een prima gelegenheid om even met hem bij te praten.

Wat doet de designchef van een jong automerk als DS bij een klassiekerevenement? Jullie hebben zelf tenslotte nog geen klassiekers.

Als zelfstandig automerk bestaat DS nog niet zo lang, maar natuurlijk gaat onze historie terug tot 1955, toen Citroën de DS introduceerde. Onze huidige modellen zijn nóg niet klassiek, maar we hopen natuurlijk dat ze het worden. En daarbij: je kunt ook gewoon autoliefhebber zijn, toch? Je hoeft niet bij een heel klassiek automerk te werken om er toch een liefhebber van te zijn.

Vroeger was meestal één ontwerper verantwoordelijk voor het complete design. Marcello Gandini zei onlangs nog dat de designteams nu uit 500 mensen bestaan, maar dat het design zeker niet 500 keer zo goed is geworden. Mee eens?

Dat is een oversimplificatie. Natuurlijk kon Gandini een design in zijn eentje maken. Maar dat kwam omdat hij bij Bertone in een omgeving zat waarin dat mogelijk werd gemaakt. Toen hij zijn eigen studio startte werkte hij bepaald niet meer alleen. Tegelijkertijd had ik best in die tijd willen leven. Ik houd van mijn baan, maar er komt veel politiek bij kijken. Als ik eens een kleimodel maak denkt de vaste modellenmaker al gauw dat hij het niet goed doet, terwijl ik het alleen maar leuk vind om aan die kleimodellen te werken. In dat opzicht was het vroeger eenvoudiger.

De DS uit 1955 was innovatief, maar de motoren waren behoudend - net als die van de Traction Avant, CX en XM. Is het daarom een zegen voor DS dat verbrandingsmotoren een aflopende zaak zijn? Al jullie concepts zijn ook elektrisch.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg je in Frankrijk hetsysteem met de fiscale paardenkrachten, waaraan de 2CV zelfs zijn naam ontleent.Dat systeem sloopte zeer effectief alle innovatie uit de Fransemotorenindustrie. Maar kijk eens naar de vooroorlogse Franse auto’s, naar demotoren die voor de Traction Avant gepland waren, naar Bugatti, naar Delahaye. Tegelijkertijdzorgen de veranderingen van nu ervoor dat we weer écht innovatief kunnen zijn. Datzie je aan de DS X E-Tense. Waar sommige merken voor hun elektrische autonomeauto’s kiezen voor een inklapbaar stuur, hebben wij voor een radicaal andereoplossing gekozen: een andere zitplaats. Wil je rijden, dan ga je links zitten,waar het sportief is en de sfeer van een formulewagen ademt. Wil je nietrijden? Dan stap je rechts in een cocon, in een geventileerde ligstoel metmassagefunctie.

Tot slot: concepts als de DS X E-Tense maken nooit helemaal waar wat ze beloven. Vaak zit er niet eens een werkende motor in. Dus wat zien we van de E-Tense ooit nog in productieauto’s terug? En hoe origineel kun je zijn bij het opbouwen van een merk?

Allereerst vind ik het belangrijk om te zeggen dat onze DS X E-Tense echt kan rijden. Niet alle autonome functies werken, maar hij kan de weg op. Het model is onze visie op 2035. Hij gaat dus inderdaad niet in productie. Maar hij laat wél zien dat rijden en gereden worden in onze optiek twee aparte werelden zijn. Bij deze concept car hebben we vele zaken losgelaten waaraan we voor onze productieauto’s vasthouden. Daarentegen behielden we ook bepaalde elementen, kijk naar de herkenbare achterlichten. Kortom, je kunt als designer en als fabrikant nog steeds zowel een tikje behoudend en toch origineel zijn. We halen juist een belangrijk deel van onze avantgardistische uitstraling uit de details.

Door: Perry Snijders

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer