strictly cars with character

Jaguar XE: Intelligentie

19 september 2015
Eindelijk gereden: de Jaguar XE. Maanden zijn we al nieuwsgierig-blij met de auto bezig. Eerst nieuwsaankondigingen, dan afgelopen najaar de statische introductie in Engeland, vervolgens op de jongstleden AutoRAI nog weer even een beetje voelen en ruiken, en nu dan eindelijk rijden. Natuurlijk in Noord-Spanje, met zijn ongenadige bergroutes. Tekst: David Bakels Je moet de zwaarste en dikste XE’s hebben. Wil of moet je oliestoken, dan onverwijld de Jaguar XE 2.0 Diesel 180. En anders subiet de XE 3.0 Petrol 340. Dwingend kleurvoorschrift: donkerblauwe lak, groene ruiten, zwarte 20-inchers. En niet anders. Nou, vooruit: rood met zwarte wielen mag ook. Een serieus fraaie sportsaloon, met massieve flanken, en een juist laag en scherp uitgesneden raampartij onder een naar achteren wegvloeiend dak, dat breed uitmondt in een pronte derrière. Het geheel sportief diep op kloeke, wielkastvullende wielen. Een uiterlijk waarmee de XE absoluut tegen grotere auto’s aan schuurt.

Vliegveldverhuur

Het is Jaguar’s eigen schuld: ons met die twee sterkste en rijkst uitgeruste versies laten rijden, daar in Spaans Baskenland. Natuurlijk: andere XE’s zijn uiteraard ook prima. Wat wil je, vijf motorversies en vijf uitvoeringen, dus via allerlei combinaties heus voor elk wat wils. Desnoods met stoffen stoelen en op een keurig anoniem soort velgen; dus van die vliegveldhuurauto’s die je dicht op elkaar geparkeerd ziet staan bij Hertz, Budget of Avis. Alle met zo’n kartonnen hangbiljet aan de binnenspiegel met daarop – vooral in Chinees of Russisch – ‘Tot uw dienst’ en ‘Goede reis’.

De boel de boel laten

Een goede reis wensen onze gastheren, stuk voor stuk trots lachende Jaguar-ingenieurs, ons ook toe, hier op het Noord-Spaanse vliegveld Vitoria nabij Vitoria Gasteiz (geen autoverhuurbedrijven). Hier beginnen wij aan de eerste testroute van een kleine tweehonderd kilometers door Spaans Baskenland. Vooreerst met zo’n inderdaad donkerrode Jaguar XE 2.0 Diesel met 180 pk dieselmotor. De zit in de ‘kleine’ Jag is onmiskenbaar driver-involved, want het geeft je het gevoel exact midden tussen de techniek te zitten. Zelfs het middelpunt te zijn. En waardoor alle bewegingen van de auto ook inderdaad mooi voel- en interpreteerbaar zijn. Zoals wij direct ondervinden. En dat zijn vooreerst die ongehoorde 430 Newtonmeters koppel die Jaguar’s zelfontwikkelde ‘Ingenium’ diesel eruitsmijt, hier op de reeds onmiddellijk stijgende en ook weer dalende en aldoor bochtige wegen. Terwijl we flipperen door de achtbak werpt de Jag zich met steeds vergruizend krachtige acceleraties naar een volgende bocht. Of op een juist recht stuk weg richting horizon. Die je nooit bereikt. Maar je doet intussen wel alsof, met je XE, terwijl besturing en onderstel de ontketende krachten op verbluffende manier in richting en ligging zetten. Na een tijd zo ‘gejaagd’ te hebben, laten we de boel ook eens lekker de boel, waarbij de auto alles zelf mag doen. En wij niet zozeer lui, maar juist bewonderend genietend diezelfde kracht en snelheid ervaren. Want hé, we zitten wel in een Jaguar!

Schouderklopje

De Jaguar XE is – en dat zult u niet voor het eerst lezen – een zogenaamd ‘rechtstreekse aanval’ op de saloons van BMW en Mercedes. Respectievelijk de 3-Serie en de C-Klasse. Wat u dus niet leest, is dat de XE-Jaguar dat waarschijnlijk juist niet is. Jaguar kennende menen wij te weten dat de XE is bedacht door een uiterst intelligente en ambitieuze groep autoprofessionals, verenigd in het nieuwe Jaguar, die dankzij ruime fondsen van de Indiase staalgigant Tata de laatste jaren in hoog tempo zeer bijzondere auto’s bedenkt en bouwt. Auto’s, waarmee de rampzalige jaren onder eigendom van Ford en het imagoverlies daarvan zo snel mogelijk uit ieders bewustzijn werden gewist. En het merk opnieuw ‘Premium-brand’ werd. ‘Intelligent’ ook, omdat pas daarna werd besloten dat nu het moment was aangebroken om te gaan oogsten met een auto voor het D- en misschien zelfs wel E-segment, waarmee serieuze verkoopaantallen gedraaid kunnen worden. Auto’s voor veelbelovende coming men/women, die al of niet met aanmoedigende schouderklop van de MD en/of CFO (of die ze misschien zelf al zijn) een dergelijk soort auto aanschaffen. Jaguar weet dat onder hen individualistische geesten zullen zitten die juist geen BMW, Benz en al helemáál geen Audi willen hebben. Maar een… Jaguar. Als die er in hun segment was. En die is er dus nu! De XE is aldus ook de eerste Jaguar die voor een veel groter cliënteel beschikbaar komt. Bovendien is zijn platform – vrijwel geheel uit aluminium, en met uitzonderlijk hoogwaardige multilink-ophangingen – ook bestemd voor de reeds op stapel staande ‘F-Pace’ SUV. Waarmee Jaguar andermaal grootvolumig gaat scoren.

Goorgeremd

De volgende dag rijden we met de Jaguar XE 3.0 V6 S met 340 pk sterke benzine-zescilinder. Met als eindpunt het Circuito de Navarra, waar we met zo’n zelfde V6 de baan op mogen. Daar arriverend, stappen wij uit in een heet geurende zweem van rubber- en remblokfrictie. Gewoontegetrouw kijken we voldaan naar de door bochtensnelheden gerulde banden, de blauwende remschijven en de goor-geremde remklauwen. Alles zelf veroorzaakt na tientallen bochten in die honderd kilometers door heuvel- en bergland. Voortdurend jakkerend en uiteindelijk zelfs semi-racend, alsof we deelnamen aan een Targa Florio-wegrace. Waarbij de staart behoorlijk laat en dan nog prachtig rustig ‘om’ kwam, zowel in ‘Sport+’ als in ‘Off’. En je andermaal half-slidend opaccelereert, doorhaalt en doorflippert. Met je lederen executive saloon. Het hoge zescilinderhuilen het mooiste autogeluid dat er is. Just you and your XE Vee Six.

Het wachten voorbij

Wat heeft een dergelijke saloon met lederen stoelen op een 6,4 kilometers lange racebaan te zoeken, waar een verplicht naastzittende ‘instructeur’ jou in deze veilige, overzichtelijke circuitentourage – en dus nul dodelijke rotswanden of afgronden –vriendelijk probeert te zeggen dat het niet is toegestaan om juist hier de elektronische hulptroepen uit te schakelen? Precies: niets. Of zou het Jaguar’s al even intelligente als geniale manier zijn om ons journalisten te laten schrijven hoe al die al even duur ontwikkelde en geteste wegliggingsystemen ingrijpen? Nee: assisteren? Hoe fraai ze harmoniëren met de auto waar ze een eenheid mee vormen? Waarvan ze het brein zijn? Welaan, vooruit, dan melden wij u op een complimenteus bedoelde manier dat de systemen keurig werkten. Te keurig. Want ze zaten voelbaar ver onder de limieten die de Jaguar XE dus werkelijk heeft, en die zo mooi rijdt bij het overschrijden daarvan. [gallery ids="14606,14604,14607,14605,14603,14608"] Het XE-gamma kent drie motorsoorten in vijf varianten. Een ‘Ingenium’ turbodiesel met 163 of 180 pk, een benzine-viercilinder met 200 of 240 pk en een benzine-zescilinder met 340 pk. Voorts vier uitrustingsniveaus: Pure, Prestige, Portfolio en R-Sport. Als u dit leest, is het wachten op de Jaguar XE voorbij, en staan ze bij de Nederlandse dealers. Natuurlijk ook met stoffen stoelen.
JAGUAR XE 3.0 V6S
Motor 3,0 liter V6 benzinemotor, 340 pk/250 kW bij 6.500 tpm,
Koppel 450 Nm bij 4.500 tpm
Transmissie Automatische ZF achtbak met vloeistofkoppeling
0-100 in sec. 4,9
Top in km/h 250
L x B x H in cm 467 x 185 x 142
Gewicht in kg 1.665
Prijs in euro Vanaf 74.175
JAGUAR XE 2.0 DIESEL 180
Motor 2,0 liter viercilinder turbodiesel, 180 pk/132 kW bij 4.000 tpm,
Koppel 430 Nm bij 1.750-2.500 tpm
Transmissie Automatische ZF achtbak met vloeistofkoppeling (eveneens leverbaar met manuele z esbak)
0-100 in sec. 7,8
Top in km/h 230
L x B x H in cm 467 x 185 x 142
Gewicht in kg 1.565 (met manuele zesbak 1.550)
Prijs in euro Vanaf 41.760

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer