Nederland heeft er nu drie, maar dat worden er snel meer: Allsafe Engine Rooms, waar auto’s kunnen worden gestald. Soms hoog, sowieso droog, altijd veilig en toegankelijk. Ze zijn bedacht door zakenman Eric Stubbé. “We noemen ze ook wel hotels voor waardevolle auto’s.” Guus Peters sprak met de 59-jarige CEO van selfstorage-gigant Allsafe.
De ruimte is donker, maar als we wat meters maken springen de lampen één voor één aan en wordt een toenemend aantal bijzondere auto’s zichtbaar. Een Morris Minor 1000 Traveller, inclusief houten zijwanden, staat broederlijk naast een Austin Healey en tegenover een Mercedes-Benz 450 SL, die schuil gaat onder een mooi afkledende hoes. Porsches en Lamborghini’s strijden om de aandacht, net als een Ferrari in opvallend staalblauw, een oer-quattro van Audi en een geel Volkswagenbusje. We zijn in de Engine Room, onderdeel van het nieuwe opslagpand van Allsafe in Weesp. CEO Eric Stubbé leidt ons rond, waarbij Chopper, een zwarte labrador, hem soepeltjes volgt. De hond is maatjes met iedereen op het kantoor van Allsafe en treedt elk bezoek vriendelijk snuffelend tegemoet. ”Chopper is hier ook in dienst”, zegt Stubbé, “als bedrijfspsycholoog.” Het tekent de losse, doch zakelijk verantwoorde sfeer op het kantoor dat uitkijkt op de N236, de provincialeweg die Amsterdam Zuid-Oost en Weesp met ’t Gooi verbindt. Kwinkslagen passen wel bij Stubbé, die met Allsafe een kleine veertig vestigingen runt, waar particulieren, maar zeker ook bedrijven hun spullen tijdelijk of langer kunnen opslaan. Sinds enige tijd exploiteert Allsafe ook drie Engine Rooms - Stubbé: “We noemen ze ook wel hotels voor waardevolle auto’s” - in Weesp, Oegstgeest en Bergen op Zoom. Elke vestiging heeft plek voor een paar honderd auto’s en/of motorfietsen en er komen nieuwe vestigingen in Alkmaar, Breda en Den Haag. De prijzen verschillen per vestiging, maar vanaf 150 euro per maand kan er een auto worden gestald.
Toen u nog met Dinky Toys speelde, wilde u toen al CEO van Allsafe worden?
“Als mij als kind werd gevraagd wat ik later wilde worden zei ik altijd dat koning me wel wat leek. Gewoon omdat ik het niet wist. Mijn vader was arts, dat vond ik wel mooi, maar ik had ook grootvaders die meer in het zakenleven zaten, ondernemend bezig waren. Dat sprak me nog net iets meer aan. Toen ben ik gaan lezen over succesvolle ondernemers, zoals de Griekse reder Onassis. Tegelijkertijd vroeg ik als kind mijn vader honderduit over beleggen. Ik denk dat ik wel honderd keer hetzelfde vroeg, want ik begreep het allemaal niet zo goed. Maar langzamerhand begon het kwartje te vallen en toen ben ik zelf gaan beleggen. Ik ging bedrijfskunde studeren in Rotterdam en liep stage bij Kempen & Co. Ik werd genomineerd voor een scriptieprijs en toen ben ik in een klasje bij ABN terecht gekomen.”
Lees verder
Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 2/2022. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).