strictly cars with character

Erfopvolging: Alfa Romeo Giulia Quadrifoglio vs BMW M3

17 november 2021

Zeg je Thomas Bangma, dan zeg je sportsedans. Door de jaren heen (decennia zelfs, maar dat wil hij niet weten) gold zijn voorliefde met name die van Alfa Romeo en BMW. Nu, aan de vooravond van grote veranderingen, vroegen we Thomas wat herinneringen op te halen aan een categorie die dreigt te verdwijnen.

Om maar te beginnen met het ‘probleem’ erfopvolging; ten volle genietend van de twee auto’s in dit verhaal realiseerde ik me ineens iets. Inmiddels zijn er niet zo heel veel men - sen meer die in álle generaties van deze iconische Italiaanse en Duitse sportsedans hebben gereden en ze dus ook in retrospectief op hun mérites kunnen beoordelen. Eerst maar eens even het collectieve geheugen opfrissen: in 1962 kwam de productie op gang van zowel de Alfa Romeo Giulia als die van wat BMW destijds ‘Die Neue Klasse’ (de 1500) noemde. En dat was het; een nieuwe categorie auto’s. Tamelijk compacte, sportieve sedans met een achterbank waarop een kind of drie kon zitten.

Twin spark

Nog steeds vind ik dat een sportieve sedan niet te groot/zwaar mag zijn. Wat dat betreft is de limiet echt wel bereikt of eigenlijk al overschreden met de huidige ‘3’. Ik ben van bouwjaar 1964 en met mijn 1,73 meter vrij ‘compact’, maar de (sport)sedans uit de tachtiger jaren voelen nu, zelfs voor mij, tamelijk ‘klein’ aan, omdat auto’s door de jaren heen sterk gegroeid zijn. Niet toevallig reed ik recent met een Alfa 75 Twin Spark en nog niet eens zó lang geleden had ik zelf een BMW 325i (E30, M-tech 2, voor de kenners) als dagelijks vervoermiddel. Allebei auto’s die me uiteraard als het bekende favoriete jasje passen. En zelfs in het vigerende referentiekader weten deze auto’s nog te verrassen met hun heer - lijke rij-eigenschappen. Ja, ook met een BMW 2002 (turbo) heb ik weleens gereden en het bezit van een licht getunede Giulia vormde de opmaat naar de mooist denkbare start in de autosport: de Squadra Bianca. Nu ik toch bezig ben kan ik dan ook nog wel verklappen dat ik ooit zowel BMW- als Alfa Romeo-verkoper was en dat ik van alle sportsedan-generaties het houten dan wel met leder beklede stuur in handen heb gehad. Ik herinner me eigenlijk maar één teleurstellende rij-ervaring en dat was met een (E21) 323i, die met een uitlaatpijpje links en rechts. Dat was een tamelijk ‘zompig’ rijdend autootje.

Te gewoon

Die teleurstelling werd gelukkig niet veel later effectief gewist door mijn ritten in een E30 M3. Daarover kan ik helaas niet in detail treden, omdat ik er niet zeker van ben dat één en ander inmiddels is verjaard. Het kostte me in elk geval wél bijna mijn baan bij Bakker BMW in Amersfoort. Hoe dan ook, als het gaat om mijn favoriete M3 twijfel ik tot op de dag van vandaag tussen de E30 M3 en de handgeschakelde E46 M3 met heerlijke, atmosferische zescilinder. Zo’n ding heb ik ander - half jaar gehad (vrij kort inderdaad, maar het werd te gevaarlijk voor m’n rijbewijs). Met een setje wielen/banden van de CSL erop benaderde die auto de absolute perfectie als straatracer, en dat met ‘slechts’ 343 pk.

Lees verder

Het gehele artikel en nog veel meer foto’s kunt u teruglezen in CARROS Magazine nr. 7/2021. Nooit iets missen? Neem nu een extra voordelig jaarabonnement (8 nummers).

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer