strictly cars with character

DeLorean Motor Company: Voorwaarts, naar het verleden

25 oktober 2017
Onder de rook van Houston wordt ijverig gewerkt om het merk DeLorean nieuw leven in te blazen. Niet met een megalomaan hypercar-project, maar gewoon met de DMC-12 die we kennen uit de Back tot the Future-films met Michael J. Fox. John DeLorean en zijn DeLorean Motor Company maakten in korte tijd grote indruk. Het bedrijf startte in 1981 met de productie van de DMC-12, maar na ongeveer 9.000 exemplaren was het in 1983 al weer voorbij. Het hele verhaal over de opkomst, de gloriedagen en de ondergang van de man, het bedrijf en de destijds innovatieve en indrukwekkende sportauto met de naam DeLorean, is complex. Het is onmogelijk het hier beknopt uit de doeken te doen met alle ingrediënten, zoals religieuze rellen in Noord-Ierland, optredens in Hollywood-blockbusters, conflicten op regeringsniveau en onzuivere praktijken met cocaïnehandel. Een aaneenschakeling van spannende aspecten dus, die het verdient om zelf verfilmd te worden – een potentiële kaskraker. We richten ons hier echter op het feit dat een enthousiaste Engelsman het verloren merk nieuw leven wil inblazen in Humble, een voorstadje van de Texaanse metropool Houston. Daartoe is een bescheiden productiefaciliteit ingericht met een team van zes technici. Het indrukwekkendst is echter dat alle onderdelen die destijds overbleven na het sluiten van de fabriek in Belfast, opgeslagen liggen in Humble en voldoende moeten zijn voor vijfhonderd nieuwe auto’s.

10.000 vierkante meter opslag

“Momenteel doen we hier alleen service en onderhoud”, vertelt James Espey, vice-president van de DeLorean Motor Company. “Als we onze onderdelenvoorraad alleen daarvoor zouden aanwenden, dan hebben we voldoende voor de komende 120 jaar.” We schieten beiden in de lach en kijken op naar de gigantische partij roestvrijstalen portieren, die keurig in het gelid staan opgestapeld in de loods naast de servicewerkplaats. Er is echter nog veel meer, want de totale opslagruimte beslaat ongeveer tienduizend vierkante meter. “In 2001 hebben we deze hal in gebruik genomen, maar de gehele voorraad van de fabriek was al in 1997 in de VS. Die stond toen nog in Columbus, Ohio. Met 65 vrachtwagens is alles toen naar Humble verhuisd en hier zijn we begonnen met inventariseren en organiseren. Een helse klus, maar de enige manier om overzicht te krijgen. We hebben voldoende voorraad voor ongeveer vijfhonderd auto’s, maar we hebben destijds besloten tot een productie van maximaal driehonderd stuks. Zo houden we onderdelen achter de hand voor vervanging en driehonderd leek ons ook een beter haalbaar aantal.” Op de vraag of echt alle benodigde onderdelen aanwezig zijn, antwoordt Espey: “Niet alles, want er zijn dingen die de fabriek destijds ook niet op grote schaal in voorraad hield, zoals voorruiten. We zijn bezig met een producent in Turkije, van wie we relatief kleine aantallen kunnen afnemen tegen prijzen die voor ons rendabel zijn. Wij zijn natuurlijk geen massaproducent, dus het heeft geen zin om tienduizend voorruiten te bestellen omdat ze dan voordeliger zijn.”

Back to the Future

Eigenaar van DeLorean is de in Liverpool geboren Steve Wynne. Een bijzonder vriendelijke technicus die verrast is dat een Nederlandse schrijver en een Zuid-Afrikaanse fotograaf naar Texas zijn gekomen om te informeren naar een Engelsman die Noord-Ierse auto’s wil gaan bouwen. Wynne is enorm bevlogen als het om DeLorean gaat. Hij kent het merk al sinds de beginjaren. Destijds emigreerde hij naar Californië en specialiseerde zich daar op het onderhoud van Britse en Franse auto’s. Die specialisatie leidde hem bijna automatisch richting de DeLorean DMC-12, gezien de ‘afkomst’ van de auto en het feit dat er een Franse V6 achterin ligt. De populariteit van de auto groeide als gevolg van de film Back to the Future, maar toen was het al over voor DeLorean, want in 1983 ging de fabriek dicht. Wynne breidde zijn succesvolle onderneming uit richting Houston toen in 1997 de unieke kans kwam om de volledige fabrieksvoorraad van DeLorean te kopen. Daaruit ontstond uiteindelijk het idee om zelf DeLoreans te bouwen. “Wynne wist in eerste instantie helemaal niet wat hij met al die onderdelen moest doen”, vertelt Espey.

Replica’s

Het besluit om driehonderd nieuwe auto’s te bouwen lijkt voor de hand te liggen, met een loods vol onderdelen, maar het daadwerkelijke bouwen van de auto’s en die ook binnen de wettelijke kaders te verkopen, is een heel ander verhaal. Espey: “We hadden het geluk dat het congres in 2015 de Low Volume Motor Vehicle Manufacturers Act aannam. Die wet houdt in dat kleine bedrijven replica’s mogen bouwen van auto’s die 25 jaar of ouder zijn, met een maximale productie van 325 stuks per jaar, onder de voorwaarden dat de merkrechten bij de producent liggen en de replica’s aan de emissie-eisen voldoen.’ Daarom is DeLorean momenteel op zoek naar een andere motor, want de PRV (Peugeot-Renault-Volvo) V6 met brandstofinjectie is hopeloos verouderd en ondanks zijn redelijke betrouwbaarheid nooit echt geliefd geweest. Dat is echter ook het punt waarop Espey zijn kaarten tegen de borst houdt. “We zijn nog in onderhandeling, dus ik kan je echt nog niets zeggen. Het wordt waarschijnlijk een Amerikaanse of Japanse motor en het vermogen is twee- tot driemaal hoger.” Of het een viercilinder of een zescilinder wordt, laat Espey dus niet los, evenmin of er enige vorm van drukvulling toegepast wordt. Of zelfs hybrideaandrijving. “We willen zo dicht mogelijk bij het origineel blijven. Het enige punt waarop dat niet kan, is de aandrijving, maar verder willen we zo min mogelijk veranderen.” Als Espey een richtprijs van ongeveer 100.000 dollar noemt, kan ik niet laten om advocaat van de duivel te spelen. Ik vraag hem waarom mensen in vredesnaam een ton zouden betalen voor een replica die motorisch afwijkt van een auto die dertig jaar geleden ten onder ging en nu voor minder dan de helft van dat bedrag te koop is. “Het merk DeLorean leeft nog altijd. Voor Europeanen is dat misschien moeilijk te begrijpen, maar hier in Amerika is er nog altijd een grote aanhang. Alleen al in Houston rijden ruim 150 exemplaren en wij hebben er vijftig in onderhoud. We hebben ook werkplaatsen in Californië, Florida, Midwest en Northwest. Veertig procent van onze werkzaamheden bestaat uit onderhoud, tien procent uit restauratie en de helft uit verkoop. We leveren onderdelen aan particulieren over de hele wereld, maar niet aan andere restauratiebedrijven – concurrenten helpen we natuurlijk niet. Vergeet ook niet dat het alleen wettelijk een replica is, want we moeten voldoen aan die wet uit 2015. Feitelijk zijn het natuurlijk nieuwe DeLoreans, gebouwd met originele onderdelen en aangepast aan de huidige milieueisen.”

Unieke rentree

Over de planning van DeLorean Motor Company op de korte termijn is nog niet veel te zeggen, want mede omdat nog een motor moet worden gekozen, staat de start van de productie nog niet vast. Espey zegt echter dat volgend jaar zomer ruim twintig exemplaren gereed moeten zijn en hij verwacht voor 2019 een kleine vijftig auto’s. In 2020 moet de productie volledig op gang zijn met minimaal één exemplaar per week. We geven DeLorean graag het voordeel van de twijfel. Het is natuurlijk uniek dat een merk met alleen hoognodige technische ingrepen na bijna 35 jaar zijn rentree maakt. Tot die tijd heeft DeLorean nog een hele weg te gaan met het certificeren van de nieuwe DMC-12, want ook Californië behoort tot de afzetgebieden en de milieueisen liggen daar veel hoger dan in de rest van het land. We houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en kunnen niet wachten tot de DMC-12 weer Back to the Future komt. Door: Natan Tazelaar Fotografie: Andrew Walkinshaw

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer