strictly cars with character

Auto's en kunstenaars

1 juni 2016
Laatst kwam hij weer voorbij: “Sorry, maar auto's interesseren mij niet zo”. De stem ziet niets in auto's. Kan natuurlijk, maar wat hij vooral wil inpeperen, is dat hij een niveau van afstomping ontgroeid is. Zoiets. Nu, fijn voor hem, maar misschien is het ook wel een beetje sneu. In mijn jonge jaren was praten over auto's bijna een automatisme. Het item was sowieso verzekerd van breed enthousiasme. Iedereen (meisjes en vrouwen ook) liep er warm voor. Je leerde elkaar erdoor kennen, en apart vond ik ook de schakel die het aanlegde tussen generaties. Ik herinner mij gesprekken van ons – pubers – met ouders en hun vrienden tijdens het borreluur op zondagmiddagen; de gesprekken rolden van de 'Engelse ziekte' (naast een hermetische charme) van Britse karren, of de benodigde stuurmankunst voor de staartlastige Porsche, via de tot proza verheven boodschap van Italiaanse koetswerken tot aan de rilling die een buitenmodel als DS over ruggen deed lopen. Die traditie, het als het ware met ontblote tanden praten over auto's onder de zekerheid dat aanwezigen zich wel voelden bij de materie, is weg. Foetsie. Bewogen tijden brengen veranderingen; vandaag gaat het nog zelden over auto's. Nou ja, een uitzondering zal gemaakt worden voor het politiek-correcte item dat hybride heet. Hier ben ik op een punt aangekomen dat ik de kunstenaar te berde wil brengen. Het zijn immers altijd deze lui geweest die op veel gebieden over de fijnste neus bleken te beschikken? Voor plekken bijvoorbeeld. Zo waren het kunstenaars die ver voor de meute uit het anker uitwierpen op/bij parels als St. Tropez en Honfleur in Frankrijk of – dichter bij huis – de 'heerlijkheden' Domburg en Bergen. Kunstenaars zien het iconische of afwijkende lang voor de anderen. In mijn stad Amsterdam frequenteerden zij cafés en terrassen waar jij en ik nog geen voet gezet hadden, en waren het ook zij die – over auto’s gesproken – meteen begrepen dat vorm (en kleur) ook inhoud is. Is het je opgevallen dat kunstschilders, muzikanten, filmregisseurs, schrijvers, acteurs staan te trappelen hun gloei voor auto's te belijden? Pak ze, de flitsen in films of 'autoakkoorden' in songs, laat ze niet ontsnappen, ga met ze mee, met: Jim Morrison ('Come on Baby, Light my Fire') hooked als hij was aan zijn Ford Mustang Shelby GT 500, Jimi Hendrix ('The Cry of Love') aan zijn Corvette C3, Elvis Presley (vele songs) aan zijn roze Cadillacs, Janis Joplin, die God met een kopstem aanspoorde haar een 'Murciedies' Benz te schenken, en die gek was op haar – met de ruige kwast beschilderde – Porsche 356 (de auto bracht in 2015 op een veiling 1.750.000 dollar op), Keith Richards op zijn Bentley Continental Flying Spur, 's werelds beroemdste dirigent ooit, Herbert von Karajan, op zijn 911 Turbo, George Harrison op zijn Aston Martin DB5, gitaargrootmeester Eric Clapton op zijn Ferrari SP12. Stop, genoeg! Mmh, een paar zeer Nederlandse overleveringen mag ik je toch niet onthouden. Willem Frederik Hermans reed een roomkleurige Morgan, Harry Mulisch een TR5 en de zinnelijkste onder hen, schrijver/schilder/beeldhouwer Jan Wolkers, ging van een donkerrode Riley naar een groene Duitse Munga-jeep (ik spotte auto hem in blauwe damp in de Utrechtsestraat onder zingend tweetaktgeluid) die hij vaak ònder de lipstick van vrouwelijke fans terugvond, waarop hij 'm inruilde op een nieuwe DS (lichtblauw metallic met zwart leren banken). Deze DS werd twee keer gestolen; de eerste keer vond de politie hem terug, de tweede maal zag Wolkers hem rijden op de Prins Hendrikkade en zette de achtervolging in. De dief bleek stiekem opgelucht dat hij door de schrijver zelf in de kraag was gevat; hij had de auto voor een overval willen gebruiken. Als ik dit schrijf, gaat het op de radio over Johan Cruijff. Deze kunstenaar op het veld viel op auto's. Tijdens de napraat kwam steeds zijn Citroën SM voorbij. Zou Cruijffs eerste auto geweest zijn. “Nee”, zeiden anderen, “'t Was een Mini, ehh, Datsun 240Z” enzovoort. Rond 1965 stond ik met Cruijff te kletsen in de hal van de NOS-studio. Buiten, achter de glaswand, stond zijn kar, zijn eerste. Het was een Austin-Healey Sprite 'Kikkeroog', wijnrood. Terwijl hij met het ene saffie 't vuur in de volgende joeg, ginnegapte de Ajax-spits, een slungel nog, over een rijbewijs dat hij nog niet had. Dertig jaar later liep ik 'm weer tegen het lijf en zegde hij mij een interview toe voor CARROS. Het is er nooit van gekomen. Jammer, 't was lachen geworden. Daan van den Wall Bake Foto: © Brigitte Vincken

Volg @CARROS.CARSMAGAZINE voor de vetste auto content, nieuwtjes en meer