De kritische houding van de Duitse Minister van Transport en van de Amerikaanse NHTSA op autonoom rijden, kunnen de snelle ontwikkeling van de veelbesproken technologie tegenhouden.
Na het
recente dodelijke Autopilot-incident bij Tesla Motors vraagt de Amerikaanse National Highway Traffic Safety Administration (NHTSA) om opheldering bij Elon Musk&Co. Vorige week stuurde het veiligheigsorgaan een brief aan Tesla Motors met daarin het verzoek tot meer informatie over de Autopilot-techniek van de autobouwer. Tevens heeft de NHTSA advocaten aan het werk gezet om te onderzoeken of de term Autopilot door Tesla Motors wel gebruikt mag worden, ook al zegt Tesla er nadrukkelijk bij dat de persoon achter het stuur verantwoordelijk is voor besturing van de auto. De term zou immers impliceren dat de bestuurder de auto het werk kan laten doen.
Ogen op de weg
In Duitsland is het de Minister van Transport, Alexander Dobrindt, die kritisch is op autonoom rijden. Hij stelt nieuwe regelgeving voor waarbij autobouwers moeten voldoen aan duidelijke eisen bij de ontwikkeling van de autonome techniek. Dobrindt vindt dat berijders altijd achter het stuur moeten zitten en daarbij in staat zijn tot ingrijpen in geval nodig. Oftewel: geen krantje lezen, maar altijd de ogen op de weg. Het ontbreken van een stuurwiel zoals menig autofabrikant op termijn wil, ziet Dobrindt bovendien niet zitten.
Met zijn voorstel stuit hij de autofabrikanten die werken aan
autonoom rijden tegen de borst. Zij vinden dat verregaande regulering de snelle ontwikkeling van autonoom rijden tegengaat.
Toch klinkt ook uit de industrie gematigheid.
Volvo liet onlangs weten dat het volledig autonoom rijden pas wil aanbieden als de technologie als zeer veilig bestempeld kan worden.
